zondag 24 februari 2013

Dutch





















Sinds een maand of vijf hebben we dus een hond. We hadden er zonder probleem ook tien kunnen hebben. Gisteren nog zag ik in de vrieskou een wit pitbulletje lopen van krap 2 maanden. Dan zijn ze nog best grappig en niet vergezeld van een trainingspak, gympen en een kaalgeschoren hoofd. Onze aanwinst, Dutch, komt vermoedelijk uit een nest in Haid park. Denk nu niet meteen aan het gelijknamige park in London. Ons Haid park is 10 keer zo klein en 5 keer zo smerig (voor Servische begrippen is dat overigens nog altijd ultraschoon). Rond de tijd dat Dutch bij ons aanklopte zijn daar twee vergelijkbare hondjes gevonden. Die hebben inmiddels goed onderdak gevonden bij een familie in Wenen (!). Hoeveel geluk kun je hebben als zwerfhond wetende dat de meesten een voortijdig einde sterven als roadkill? Scenario 1 over Dutch' zijn komst is dat hij de wandeling van een paar honderd meter naar ons huis, zelfstandig heeft afgelegd. Veel waarschijnlijker is dat iemand hem bij ons in de straat heeft achtergelaten in de hoop dat we het niet over ons hart zouden kunnen verkrijgen om hem daar achter te laten. Een zeer terechte inschatting. Wat er precies is gebeurd vind ik niet zo belangrijk. Ik zie hem als een zeer welkom verjaardagskadootje. Sommige zaken komen je leven binnenwandelen om te blijven.

Meneer doet het ondertussen erg goed. Het is de enige huisgenoot die luistert, rustig wacht voordat hij gaat eten en zijn speelgoed netjes terugbrengt. Dat hij ondertussen het bankstel definitief naar de andere wereld heeft geholpen, alles eet wat hij tegenkomt en het heerlijk vindt om door de stront te rollen neem ik maar op de koop toe.

De katten zijn niet te spreken over zijn aanwezigheid. Ze worden uitgedaagd voor een spelletje met een wezen dat inmiddels vier keer hun formaat heeft. Dat is trouwens nog wel een puntje. We zijn er ongelooflijk ingetuind. Hij was de schattigheid zelve, nog geen maand oud en minder dan twee kilo toen hij kwam. Sindsdien heeft hij zijn gewicht vertienvoudigd. De dierenarts liet zich achteloos ontvallen dat ze niet verbaasd zou zijn als hij zestig kilo zou gaan wegen. Ik herhaal, zestig kilo. Dat is twee keer een weldoorvoede labrador of anderhalve puberzoon. Ik ga er maar vanuit dat het een geintje was. Waar laat je een hond van zestig kilo? Ik zie nu al de terugreis naar Nederland voor me met twee kinderen, twee uit de kluiten gewassen katten en een hond ter grootte van een kliko.

Het werkt wel therapeutisch trouwens. Met een kleine winterdepressie in mijn hoofd loop ik hele einden, mijn oogappel in het kielzog. Dat mag eigenlijk helemaal niet. Ik kwam er tot mijn schrik achter dat voor iedere week dat een hond oud is, niet meer dan 1 minuut wandelen wordt aanbevolen. Dat is dus nog geen half uur terwijl ik hem meesleep op een rondje van 8 km. Geen wonder dat ie de rest van de dag zo rustig is. Ook op het kroost werkt hij heilzaam. Hij wordt ingezet als monster of juist reddingshond in de vele spelletjes die ze doen. Bovendien gaat een boze of verdrietige bui veel sneller over na wat praten en knuffelen met 1 van de viervoeters in huis.

Een mooie aanwinst dus, nu sterk blijven zodat we niet met een hele dierentuin terugkeren naar Nederland...

maandag 18 februari 2013

Verdwaald



Een van mijn handicaps is dat ik een totaal gebrek aan oriëntatievermogen heb. Als ik  mijn ogen dichtdoe in een drukke winkelstraat en een paar rondjes draai ben ik volledig de kluts kwijt. Dat is al niet fijn in Nederland maar in Belgrado helemaal een ramp. Allereerst worden de straatnamen alleen in het Cyrillisch weergegeven. Nu kan ik dat een beetje lezen maar niet als ik rijdend mijn weg moet vinden. Daarnaast blijken de meeste straten er maar liefst drie verschillende namen op na te houden: 1 uit het communistische tijdperk, 1 tijdens het uiteenvallen van Joegoslavië en 1 van na die periode. Zelfs taxichauffeurs bellen regelmatig met een collega om te verifiëren waar ze moeten zijn. De GPS is dan ook mijn grootste vriend in de stad. Dat is geen 100% garantie. Ik heb vele malen in een compleet ander deel van Belgrado gestaan door een minuscuul spelfoutje. Het dieptepunt was een rit naar een kinderfeestje van zoonlief. Drie kwartier heb ik door de stad gereden om in het pikkedonker te eindigen op een compleet verlaten industrieterrein.

De overtreffende trap van mijn handicap beleef ik echter 1 keer per jaar tijdens wintersport. Alles is wit, meestal is er gruwelijk weinig zicht en ik kan alleen maar gissen waar de pistes precies beginnen en eindigen. Het domweg volgen van mijn mede-skiërs is mijn voornaamste tactiek om niet ergens op een verlaten stuk berg dood te vriezen. Door een ongelukkige samenloop van omstandigheden moest ik deze vakantie zelf mijn weg vinden. Zoon- en dochterlief hadden namelijk op verschillende tijden en plaatsen skiles waardoor wederhelft de 1 en ik de ander moest ophalen. En zo bevond ik mij in een situatie waarin mijn negenjarige dochter mij de weg moest wijzen. "Nee mama, we moeten eerst de rode 8 hebben en daarna de zes stoeltjes lift nemen. Dan eindigen we bij de blauwe 4 waar pappa staat te wachten bij de vier stoeltjeslift". U begrijpt dat mijn ego een deukje heeft opgelopen.

Het was weer even een rare gewaarwording om "back in civilisation" te zijn. Het ski-oord in Oostenrijk waar we verbleven was zeer georganiseerd en netjes. Een beetje te zelfs. In ons "zimmer" lag een handleiding met de titel "Ordnung für das Haus" die op rijm was gesteld en alleen zaken beschreef die niet mochten. Niet na 22.00 binnenkomen, niet met vieze schoenen op de trap, niet vergeten de "lüfter" aan te zetten bij het douchen etc etc. Het leek eerder een welkom bij een penitentiaire inrichting dan een pension. De beheerders oftewel gastvrouw/heer zagen er strikt op toe dat de regels werden nageleefd. Er was trouwens nog wel meer vreemds aan hen. Ze leken precies op de ober in het restaurant, de dame achter de kassa, de skiliftbediende, de barman en ga zo maar door. Het dorp bestond uit 1 grote familie die deed vermoeden dat er niet getrouwd werd buiten een straal van 20 km.

Na een weekje in dit model-dorp zijn we weer terug in Belgrado en kan ik me gelukkig weer ergeren aan het vuil op straat en de lokale weggebruikers.