zondag 12 oktober 2014

Bureaucratie

Foto: Irma Hermelink

Onze zoon van dertien heeft afgelopen zomer voor het eerst alleen gevlogen, van Podgorica (Montenegro) naar Amsterdam. Nu denkt u natuurlijk dat wij een zeer verantwoordelijk en bijna volwassen kind hebben. Helaas, niets is minder waar. Hij heeft een zeer selectief geheugen. Feilloos herinnert hij zich dat wij hem zakgeld/ijs/een uitje hebben beloofd maar ondertussen vergeet hij wel waar zijn telefoon/computerlader/rechterschoen zijn gebleven. Als zijn hoofd niet zou vastzitten aan zijn romp zou hij die vermoedelijk ook vergeten. Toch gaat hij dus vliegen, waarschijnlijk omdat zijn ouders net zo onverantwoordelijk zijn als hijzelf.

In een land als Servië gaat dat niet zomaar. Op een bevolking van nauwelijks 7 miljoen lopen er 700.000 ambtenaren rond en die moeten natuurlijk wel wat te doen hebben. Inmiddels zijn we erachter dat de bureaucratie in Servië 2 paradoxale regels kent.

Regel 1: Je komt altijd een formulier tekort.
Regel 2: Achter elke 'nee' zit een 'ja' verborgen.

Een paar telefoontjes leerden ons dat we voor de vliegreis van zoonlief per vlucht een verklaring nodig hadden. Daarin moesten wij als ouders plechtig getuigen dat we bij ons volle verstand waren toen we besloten onze zoon geheel zonder begeleiding te laten vliegen. In gezelschap van de assistente van mijn wederhelft die wél goed Servisch spreekt, togen we naar het gemeentehuis. Daar werden we verwelkomd door een tierende dame die alles en iedereen voor rotte vis uitmaakte. Oh ja, dat is regel 3: Ga nooit, maar dan ook echt nooit schelden tegen een lokettist waar je iets van gedaan moet krijgen, zeker niet in een land dat de communistische variant van klantvriendelijkheid nog niet achter zich heeft gelaten. De wachttijd verdubbelde voor deze mevrouw en alle wachtenden achter haar.

Eenmaal aan de beurt duwden we de verklaringen en onze paspoorten onder het luikje door. Deze werden nauwkeurig bestudeerd, verschillende keren gestempeld en toen rees de vraag of we ook een vertaling hadden. Pardon? De man achter het loket verklaarde doodernstig dat hij er zeker van moest zijn dat wij het in het Servisch gestelde formulier volledig begrepen. Assistente verzekerde hem dat dit het geval was maar dat was niet voldoende. Toen zij aandrong, deed hij wat alle ambtenaren in zo'n geval doen; naar zijn baas om toestemming te vragen. Die weigerde natuurlijk, dus of we alstublieft een beëdigde en gestempelde Engelse verklaring konden meebrengen (Zie regel 1).

Regel 2 trad vervolgens in werking. Ik verzekerde de man dat ik het onderhavige formulier echt begreep en toen hij twijfelde sloegen we toe, we zouden hem de verklaring in het Servisch voorlezen. Daar stonden we dus, hardop voorlezend zodat iedereen in de wijde omtrek wist dat we niet alleen bar slecht Servisch spraken maar ook vreselijk onverantwoorde ouders waren (Zoonlief was zijn zusje inmiddels aan het aftuigen na zo lang wachten).

De man voelde zich vermoedelijk net zo opgelaten als wij en stempelde de verklaringen. Zo'n stempel is niet gratis en het was maar een paar honderd meter lopen naar het dichtsbijzijnde postkantoor om dat te regelen. Weer in de rij, weer een handgeschreven bewijs ten behoeve van de betaling van de andere stempel en tenslotte weer terug om onze kostbare verklaring mee te nemen.

Onze zoon deelden we mee dat als hij deze verklaring zou verliezen, we afstand van hem zouden doen.  

Pride Belgrado

Foto: Irma Hermelink

Met half toegeknepen ogen kijkt hij geringschattend op me neer.

Hij staat pal voor me, is tegen de twee meter lang, draagt een zwarte overal, een helm met vizier, een wapenstok, een pistool en bescherming om de borst, armen en benen. Voor hem staat een doorzichtig schild dat tot mijn kin komt en om hen heen staat een peleton gelijk geklede kleerkasten. Iets verderop dwars over twee van de vijf rijbanen, is hun eveneens zwaarbepantserde auto geparkeerd.

Met twintig paar ogen op me gericht herhaal ik het nog een keer: "Excuse me, I am looking for the VIP entrance". Hij zucht en gebaart naar twee collega's die me vervolgens begeleiden naar een opening in het hek. Mijn naam wordt gecontroleerd en ik krijg een felgroen bandje om mijn pols. Mochten tegendemonstranten door het hek heenbreken, dan weten ze in ieder geval wie ze in elkaar moeten slaan. Ik ben binnen in het door 7000 man bewaakte centrum van de stad. De beveiligde zone is hermetisch afgesloten, zelfs de broer van de premier krijgt klappen als hij probeert binnen te komen.

De sfeer in de groep waar ik naar toe wandel staat in vrolijk contrast met alle mobiele eenheid om hen heen. Men keuvelt gemoedelijk, haalt regenboogvlaggen tevoorschijn en hopt wat mee op de muziek. Het is een tochtje van niets maar de betekenis is groot. In 2010 eindigde de Pride in een veldslag waar net geen doden vielen en voor een miljoen euro aan schade werd aangericht. Sindsdien zijn alle verzoeken om een tocht categorisch afgewezen onder het mom van veiligheid. Dat ondertussen een aantal zeer risicolvolle voetbalwedstrijden wel doorgang konden vinden verbaasde niemand; voetbal is natuurlijk veel belangrijker dan een optochtje van door het Westen gesponsorde buitenbeentjes.

De wandeling van 800 meter verloopt probleemloos maar pas bij de toespraken als ik een Nederlander en zijn Servische partner spreek besef ik hoeveel dit betekent. Het is voor mij volstrekt onbegrijpelijk dat je niet gewoon over straat kunt met je Lief of dat je niet dezelfde rechten hebt als een heterostel. Onder de bezielende leiding van een aantal homofobe politici en de orthodoxe kerk lijkt dat hier nog heel ver weg. Als alles is afgelopen ontdoet iedereen zich nauwkeurig van alle vlaggetjes, spandoeken en armbandjes. Daarna worden de meesten in busjes buiten de beveiligde zone gebracht of lopen ze in een groep door de bewaking heen.

Mijn gevoel hangt tussen verbijstering en vreugde in. Hoe is het mogelijk dat een paar honderd man die oproepen tot tolerantie zoveel agressie kunnen opwekken? Tegelijkertijd besef ik dat emancipatie in kleine stappen gaat en dan is het feit dat we hier onder politiebewaking mogen lopen al een grote overwinning.