zaterdag 17 augustus 2013

Fifi



Het grootste deel van onze 10(!) weken durende zomervakantie hebben wij doorgebracht in Nederland. Dat is ons uitstekend bevallen. De zon begon te schijnen zodra wij arriveerden en hield dat vol tot we vijf weken later weer vertrokken. Inmiddels regent het weer heb ik begrepen. De enige huisgenoot met 2 paspoorten ging ook mee. Daar waar je kinderen gewoon in een auto kunt duwen en er 17 uur later weer uit kunt plukken, heeft dat bij een hond wat meer voeten in de aarde. Bang voor allerlei vreselijke ziektes moet het beest een indrukwekkend aantal vaccinaties doorstaan. Daar bovenop komt nog een bloedmonster om uit te sluiten dat hij hondsdolheid onder de leden heeft. Ik heb geleerd dat je een hond/kind vooral gerust moet stellen om dit voor elkaar te krijgen maar onze dierendokter vroeg meteen een nylonkous om de bek van Dutch dicht te binden. Hopelijk doen ze het vaccineren van Servische kinderen minder hardhandig. 

Meneer voelde zich al snel thuis in Den Haag. Geen onbetrouwbare zwerfhonden maar louter vriendelijk ogende labradorachtige wezens. Op 1 na dan. Dat was een wit zwabbertje ter grootte van een flinke marmot luisterend naar de naam Fifi (echt waar!). Fifi was de baas van een slecht ter been zijnde dame van in de zeventig. Behept met een groteske vorm van zelfoverschatting vloog het beestje Dutch aan, toch zeker 4 keer zijn formaat. Even was ik bang voor een 'dat-doet-ie-anders-nooit' actie maar hij keek alleen verbaasd naar het luid keffende en happende monstertje. Omdat het beestje volstrekt niet luisterde en geen halsband of riem had (alleen een glitter-elastiekje om te voorkomen dat het haar in haar oogjes zou hangen) kreeg noch de eigenaresse noch ik hem te pakken. De eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik het ook niet echt geprobeerd heb, bevreesd dat ie zou happen. Een toegesnelde andere hondeneigenaar wist hem onder dreiging van een flinke mep te isoleren. Dat kwam hem nog op een reprimande van de dame te staan. Nadat ze het hondje gesust had ('kom maar bij mamma'...) liep ze zonder iets te zeggen weg: Veel egoïstischer heb ik het nog niet meegemaakt. Ik visualiseer hoe het er thuis bij haar aan toe gaat. Een klein appartement, propvol met kitscherige snuisterijen en een witte nep-leren bank waar zij tezamen met haar oogappel bonbons op zit te eten. De televisie braakt de hele dag 'Tell Sell', talentenjachten en extreme home/mom/husband makeovers uit. Bezoek durft niet meer te komen uit vrees geterroriseerd te worden door de 'Al Qaida' zwabber.

De hel, dat zijn anderen. 

Reis



18.45 uur Belgrado.  Alles is ingepakt behalve wederhelft en ik. De laatste handeling van onze lange 'niet vergeten' lijst bestaat uit het verdelgen van toekomstige vlooien en ander ongedierte. Mijn Lief heeft daartoe op de markt een ampul gekocht die we moeten oplossen in 1 liter water. Als ik het buisje  breek vrees ik even voor een vroegtijdige dood. Met ingehouden adem besproei ik kamer voor kamer.

18.55 uur Belgrado-Boedapest. Nog 1788 km.  
We zijn weg! Beoogde eta (expected time of arrival) volgens de Tomtom is 11.45 uur de volgende ochtend. Onze bolide is na wat gepuzzel erg efficiënt ingepakt (niet mijn verdienste). De twee koters zitten achter elkaar, daardoor is een klein gangpad gecreëerd waar iemand kan slapen. Dat moet wel gedeeld worden met de hond die daarmee voorlopig de grootste ruimte tot zijn beschikking heeft.

20.50 uur. Grens Servië-Hongarije. Nog 1630 km.
De snelweg is vrijwel geheel leeg maar toch staat er bij de enige grensovergang op onze 1800 km lange tocht een rij auto's. Mijn Lief schat de wachttijd in en rijdt erlangs om te stoppen voor 1 van de andere slagbomen. De douanebeambte die de rij aan het controleren is, komt subiet zijn hokje uit om onze diplomatieke paspoorten te checken. 'Beetje gênant, maar wel erg makkelijk' zullen we maar zeggen. We rijden Bingenland in. Dat moet ik misschien even uitleggen. Onze zoon heeft jaren geleden gevraagd van wie het land was tussen de uitgaande en ingaande grensovergang. Daarop moest ik het antwoord schuldig blijven waarop zoonlief besloot dat dit zijn land zou worden. Twee kilometer verder als we Bingenland verlaten en Hongarije binnenrijden staat er een wel zeer atypische douane meneer: Jong, joviaal, slordig gekleed en met piekhaar. Ik kan me hem zo voorstellen in de kroeg. Hoewel er een korte rij staat, pakt hij al grappend onze paspoorten, loopt naar zijn collega voor de benodigde stempels en komt een minuut later eea weer terug brengen terwijl hij ons met een brede grijns een prettige reis wenst. Het kan dus wel, een vriendelijke en lachende douane beambte! Het totale grensritueel heeft 5 minuten gekost terwijl hier zomers de wachttijden kunnen oplopen tot zes uur.

21.30 Kiskunfélegyháza (geen grap, zoek maar op!). Nog 1540 km.
Het landschap wordt zachter en lieflijker door de zonsondergang. Ik ga liggen en zoonlief kruipt voorin. Ik krijg nog mee dat hij gierend van de lach Hongaarse plaatsnaamborden probeert te ontcijferen en daarna ben ik onder zeil.

03.05 uur. Passau. Nog 1000 km.
Ik word wakker doordat we vaart minderen. Mijn beurt om te rijden. De snelweg is nagenoeg leeg, het landschap pikkedonker. Bing heeft nauwelijks geslapen en houdt me aan de praat. De Donau is sinds vertrek onze losbandige gids; hij slingert grofweg dezelfde route, in totaal passeren we hem 7 keer. Om een uur of vier ontwaar ik de eerste tekenen van daglicht. Weer een uur later is het licht: Wat een verschil met afgelopen winter. Toen hebben we vrijwel de gehele rit in het donker gereden. 

06.05 uur. Nabij Nurnberg. Nog 670 km.
Onze gastank twijfelt al enige tijd of ie leeg is, het lichtje springt beurtelings op rood of groen. Ik besluit door te rijden omdat iedereen eindelijk slaapt. Een half uur later blijkt ie definitief leeg en wil ik gaan tanken. Helaas ben ik vergeten dat LPG een schaars goed is in Duitsland. De volgende pomp is 60 km verderop en blijkt defect. Dan maar op dure benzine rijden. Iedereen is inmiddels wakker. Wederhelft neemt het stuur weer over.

07.55 uur Frankfurt. Nog 430 km.
In de ochtendspits rijdt tussen de frisgeschoren kantoorklerken een enigszins vervuild gezin.

08.40 uur tussen Frankfurt en Keulen. Nog 320 km.
Eindelijk een pomp waar ze wel gas hebben en bovendien de "Golden Arches". Aan mij niet direct besteed, maar de overige gezinsleden knabbelen hun sponzige broodjes gulzig op.

10.45 uur Arnhem. Nog 110 km.
Verwoed zoek ik een Nederlandse radiozender om 1 minuut later vergast te worden op een carglass reclame.

11.40 uur Den Haag.
We zijn er! De Tomtom is verslagen. Het gras oogt groener, de straten schoner en rechter. In huis op tafel staan twee kaartjes en vier flessen wijn te wachten op onze terugkomst.