zondag 13 oktober 2013

Ontrouw



Hij had al enige tijd een vriendin waar hij soms een nachtje bleef slapen. Leuk vond ik dat niet maar je moet elkaar de vrijheid gunnen nietwaar? Bloedmooi was ze, slank, blond, spontaan, niet te amicaal en ongeveer dezelfde leeftijd. Zij kon hem makkelijk aan, was natuurlijk veel sluwer dan hij. Kennelijk was 1 liefje niet genoeg of was hij gefrustreerd dat zij hem de baas was. Sinds de zomer hing hij bij elke vrouw de macho uit. Duidelijk op zoek naar aandacht. Gênant was het iedere keer; de manier waarop hij zijn rug rechtte zodat hij net een stukje groter leek, de wijdopen ogen alsof hij nog nooit zoiets moois had gezien en het allerergste, de totale desinteresse voor mij. Lucht was ik voor hem, niets meer. Nu ik het heft in eigen hand heb genomen lijken die ontmoetingen bijna komisch maar toen had ik er slapeloze nachten van. Er moest iets gebeuren, ik ben tolerant maar ook ik heb mijn grenzen en eigenwaarde!

Achter zijn rug om zocht ik hulp en het advies was glashelder en onvermijdelijk. Ik maakte een afspraak en lokte hem twee weken later onder valse voorwendselen de kleine winkel annex behandelruimte binnen. Hij rook onraad maar nu was het mijn beurt, had ik het voor het zeggen. Onder het lispelen van zoetgevooisde woordjes ging de naald in zijn lijf. Hij wankelde, trok zich terug naar de dichte deur maar zwak als hij was kreeg hij die niet meer geopend. Zijn ogen werden mistig, hij trilde en vocht hij tegen zijn lot. Nog een prik dan maar. Nu wist hij dat zijn strijd gestreden was. Hij zakte ineen, de ogen nauwelijks geopend. Een laatste vragende, bijna smekende blik en toen was hij helemaal weg.

Twee uur later was hij weer bij. De ingreep was geslaagd. Ze hadden hem vastgebonden en toen hij bibberend opstond zag ik een veeg bloed op de vloer. Een felle steek van schuld in mijn buikstreek. Had ik misschien toch niet....Nee dit was het beste! Ik had hem al vaak gecorrigeerd maar wie niet luisteren wil moet maar voelen. De bezwering hielp niet: zijn smekende ogen stonden op mijn netvlies gebrand, zouden niet meer verdwijnen. Hoewel hij nauwelijks bij bewustzijn was, begroette hij me als zijn redder. Weg hier!

Weg van de prutsers die hem zijn mannelijkheid hadden ontnomen. 

1 opmerking: