woensdag 25 maart 2015

Expat


Er is een omgekeerd evenredig verband tussen een luxe expat leven en zekere mate van tevredenheid.

Stel u voor: U woont in de mooiste wijk van de stad (niet ver van de voormalige optrekje van Milosevic en de residentie van de president van het land). Uw kinderen kunnen dankzij een ruimhartige subsidie van de Nederlandse belastingbetaler (u dus!) naar de duurste school van het land. Daarnaast mag u een paar jaar met uw voltallige gezin en beestenboel in een oud maar verder riant huis wonen en heeft u ook nog geld genoeg over om te genieten van de leuke dingen des levens (vakantie, uit eten etc). 

U kunt zich voorstellen dat het niet veel moeite kost om daaraan te wennen. Ik kan mijn dagen probleemloos slijten met activiteiten die weinig toevoegen. Sterker nog, vrijwel alle dames uit de expatbubbel lijken zich uitstekend te vermaken met sporten, koffiedrinken, schoonheidsbehandelingen en 'last but not least', klagen. U leest het goed, in een wereld waar het aan niets ontbreekt is klagen de favoriete bezigheid van een fors aantal expatdames. Over de mentaliteit van de plaatselijke bevolking, het vuil op straat, je personeel, de school en ga zo maar door. Niet erg maar wel als de 80/20 regel van toepassing wordt: je vult 80% van je tijd met mopperen en slechts 20% met het tellen van je zegeningen.   

Na een paar maanden van ongekende nietsdoenerij dreigde ook mijn brein aangetast te worden door het moppervirus. Tijd dus om uit de lege luxe van de expatbubbel te stappen. Want dat is de oorzaak van alle ellende; als je alles hebt behalve een dagbesteding die er echt toe doet dan gaat het vanzelf mis. Zeker als je status ook nog eens bepaald wordt door het werk van je wederhelft en niet door eigen inspanningen. 

En dus zit ik in het schoolbestuur om een nog beter leerklimaat te creĆ«ren en hoop ik de klagende moeders daarvan te overtuigen. Of ik zit tegenover een aantal heren die een stomme fout hebben gemaakt en nu niet meer bezitten dan een matras, wat kleding en een paar andere basisbenodigdheden (En dan heb ik het nog niet over het verschrikkelijke eten en het vrijwel ontbreken van medische zorg of de voortdurende stress). Of ik ben zo stom om een dozijn zwerfschepsels in huis te halen in de hoop dat er een paar barmhartige Samaritanen zijn die me uit de brand helpen (dankjewel Sas, Geertina, Els en Jerry) 

En ik schrijf natuurlijk. Voor straks als deze bijzondere periode voorbij is en ik weer op mijn fiets de regen en de kou in moet. Dan heb ik tenminste echt reden om te klagen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten