dinsdag 14 mei 2013

Huwelijksboot



Voor iemand die al 22 jaar samenleeft en zich nooit geroepen heeft gevoeld om de huwelijkseed af te leggen, blijft een trouwerij iets heel bijzonders. In de loop der jaren ben ik bij verschillende bruiloftsfeestjes aanwezig geweest, van erg eenvoudig tot een spetterend feest voor honderden gasten in een kasteel waar we ver na middernacht probeerden de aanwezige kroonluchters als schommel te gebruiken (excuses nog daarvoor). De eerste scheidingen met alle ellende van dien hebben we ook al achter de rug. Misschien komt daar mijn huiver wel vandaan; ik vind het al moeilijk genoeg om een jaar vooruit te kijken, laat staan een leven lang. Begrijp me niet verkeerd, ik ben dol op mijn wederhelft en beiden hebben we de intentie uitgesproken te trouwen als we hoogbejaard zijn. Nog even geduld dus.

Enfin, afgelopen weekend hebben we ons eerste Servisch-Nederlandse huwelijksfeest gehad. Wederhelft had zich in een uniform uit de 19e eeuw gehesen dat was versierd met een heleboel koordjes, kwastjes, een lakleren tasje en andere tierelantijntjes. Dit alles werd bovendien afgetopt met een hoge berenmuts voorzien van een gouden ketting en pluim en last but not least, een sabel. Na uitvoerige raadpleging van internet en wat vriendjes had hij uitgevogeld waar alle attributen precies hoorden. Daarna duurde het nog anderhalf uur voordat ze op de juiste plek waren bevestigd. Toen hij weer een uur daarna 1 en ander had aangetrokken bekeek dochterlief het tafereel twee tellen en zei wat de andere huisgenoten niet durfden: "Pappa je ziet er niet uit". Het respect voor uniformen in ons huishouden zit niet heel diep.

Het huwelijksfeest vond plaats op een Splav (=drijvend restaurant/feestboot) met schitterend uitzicht op Kalemegdan (= de burcht van Belgrado waar de Donau en Sava samenkomen). Het bruidspaar arriveerde in een klein bootje met een heerlijk namiddagzonnetje. De inzegening was kort en krachtig en toen de bruid daarna haar bruidsboeket wegwierp, zag ik in een flits hoe een hooggehakte dame dit net voor de neus van dochterlief weggriste. Weer een kinderhuwelijk voorkomen.

Het buffet was echt Servisch: overdadig in hoeveelheid en keuze. Tot mijn grote schaamte stormde ons kroost erop af alsof ze normaliter slechts water en brood krijgen. Het eten werd met liters wijn en bier  weggespoeld. Dat maakte de stap naar de dansvloer een stuk makkelijker en er werd dan ook tot diep in de nacht doorgefeest. Zelfs de zwangere bruid liet zich niet onbetuigd en hoste vrolijk mee: aan watjes doen ze hier niet.

Het kerkelijk huwelijk dat 2 dagen daarna volgde was zelfs voor een rechtgeaarde heiden zoals ik zeer bijzonder. Het vond plaats in een kleine orthodoxe kerk in het centrum van de stad en had een aantal aardige rituelen. De leukste daarvan was de kroning: wat Willem-Alexander niet lukte (want die wordt ingehuldigd maar niet gekroond) gebeurt hier bij elk bruidspaar: ze worden tot Koning en Koningin van hun eigen huishouden gekroond.

Na de kerkdienst was er weer eten: je zult hier niet omkomen van de honger. Waar in Nederland de lunch doorgaans bestaat uit een klef broodje kaas en een glas melk kregen we hier vier volledige gangen voorgeschoteld. Bovendien is het een grote schande als je glas leeg is dus het was wederom zeer gezellig en veel te laat.

Gelukkig was er ook een Nederlandse bijdrage aan de feestvreugde die dag en wel in de vorm van een enorme hoeveelheid regen....

zondag 5 mei 2013

BiH


BiH

Wederhelft komt er regelmatig voor werk maar de overige gezinsleden waren er alleen vluchtig doorheen gereden: Bosnië. Zo wordt het in de volksmond genoemd maar officieel heet het ‘Bosnia i Herzegovina’ of afgekort BiH. Als er een land is op de Balkan waar etniciteit de dienst uitmaakt dan is het Bosnië. Het wordt bestuurd door de drie bevolkingsgroepen (Moslims, Bosnische Serviërs en Kroaten). Dat heeft tot gevolg dat ze het meeste aantal volksvertegenwoordigers per hoofd van de bevolking hebben. Deze heren (dames zijn er nauwelijks) worden door de Europese Gemeenschap betaald met het gevolg dat iedere prikkel ontbreekt om iets anders te doen dan het louter en alleen bedienen van de eigen achterban.

Niet dat je daar direct wat van merkt als toerist/buitenlander. Het landschap is indrukwekkend en op de roadkill, straatvuil en 7 lagen asfalt na, waan je je in de ruigere gebieden van Oostenrijk of Zwitserland. De oorlog is niet ver weg; als we langs de kant van de straat stoppen en zoonlief naar een lieflijk beekje rent, begint wederhelft overstuur te schreeuwen. Twee minuten later zie ik een rood/wit bordje met doodshoofd en heeft hij godzijdank al zijn ledematen nog plus een stoer verhaal voor op school.

In verschillende dorpen zie je de granaatsporen nog in de huizen en de kerkhoven zijn veel te groot voor het aantal bewoners. De voornaamste steden zijn echter met behulp van Europese gelden flink opgeknapt. Mostar spant de kroon. Dat werd, gelijk Dresden 1945, volledig verwoest met de bekende brug als voornaamste symbool. Nu staat het oude centrum er weer: alles is steen voor steen opgebouwd met als gevolg dat het lijkt op een replica in Disneyland. Er wordt openlijk gewedijverd tussen de aanwezige religies. Ik tel 8 minaretten in een straal van 300 meter maar de katholieke kerk heeft de hoogste toren en bovendien staat er op de meest nabijgelegen heuvel een metershoog kruis.
De wederopbouw is ook bij het toeristengilde niet onopgemerkt gebleven. De hele dag trekken grote groepen Japanners en Amerikaanse en Noord-Europese senioren door het stadje. De meesten hebben een oortje in waardoor ze hun reisleider horen en ze volgen zijn vlaggetje blindelings. Er zijn robots die zelfstandiger kunnen handelen. Ik verbeeld me altijd dat ze bewusteloos neervallen als hun oortje wordt uitgezet of als ze hun Grote Reisleider uit het oog verliezen. Gelukkig overnachten de meeste groepen niet in Mostar waardoor het s'ochtends en s'avonds heerlijk rustig is op straat.

Na een dag Mostar vervolgen we onze weg naar Sarajevo. De route is prachtig: we slingeren door een felgroene vallei met schitterende rotspartijen, een meanderende rivier en op de achtergrond bergen waar nog sneeuw ligt. Bij aankomst in Sarajevo zie je meteen waarom de stad zo lang belegerd kon worden: het ligt in een kom en is aan alle kanten omgeven door bergen. Ook hier is flink geïnvesteerd en de mix van oud en nieuw oogt prima. Een heel verschil met Belgrado waar alle ruïnes demonstratief blijven staan en de meeste gebouwen hun laatste onderhoudsbeurt 30 jaar geleden hebben gehad. De bazaar is geweldig. Naast de souvenirshops, kledingzaakjes en cafeetjes ook ambachtslieden die je gootsteen of schoenen kunnen repareren. De diversiteit in het straatbeeld is ook een verademing: niet alleen hooggehakte geplastificeerde dames maar ook hoofddoeken, toeristen en mannen in pak.

Ik denk dat we hier nog wel eens gaan terugkomen