zaterdag 28 december 2013

Kroket

                                     
6 graden, een grijze lucht en regen; ik ben weer terug in Nederland!

In ons hoofdstedelijk paradijs is het verkeer druk maar verrassend overzichtelijk met fietspaden, zebra's en geen a-sociaal geparkeerde auto's. Bovendien voelt het als vanouds aan, de verschillende fietsconstructies, de bloemenstalletjes, de diversiteit aan mensen op straat. Heerlijk! Ik ben weer thuis in de stad waar ik dertien jaar heb gewoond. 

Mijn thuiskomst besluit ik te vieren met een Kwekkeboom/van Dobben en een Nederlands tijdschrift. Ik wandel op mij gemak richting Bijenkorf maar dat blijkt een slechte keuze. Even denk ik in het verkeerde land te zijn terecht gekomen. Een horde Aziatische toeristen met Louis Vuitton tasjes loopt me omver en tegelijkertijd wordt er in het Chinees omgeroepen. Het aanbod aan spullen is overweldigend: hoeveel shirtjes, jurkjes, schoenen en lingerie kan een mens dragen? En dan de prijzen, hoezo crisis? Om me heen kijkend besef ik tot mijn afgrijzen dat ik de uitzondering ben en niet het winkelende publiek. Dat is, net als in Belgrado, chic, verzorgd en met overduidelijk een spuitje botox hier en daar. Ik voel me een ma Flodder die stil is blijven staan terwijl zij gewoon hebben doorgeleefd en gewinkeld.

Ik vlucht naar de bovenste etage, zoek een tijdschrift uit en besluit de Kwekkeboom te nuttigen in het aanpalende restaurant. Daar kan ik kiezen tussen 15 verschillende soorten sushi, 10 sapjes, een saladbar en verantwoord rundvlees en vis. Maar geen kroket! Eenmaal neergestreken met wat vergelijkbaar troostvoer hoor ik het koppel naast mij heftig discussiĆ«ren over de aanschaf van een kasjmier trui van 400 euro.  

Nog steeds heb ik geen kroket en wat afwezig loop ik terug naar mijn tijdelijke onderkomen. Op de hoek van een grote verkeersader zie ik een uithangbord: Bilder en de Clerq. Het ziet eruit als een luxe traiteur met gelegenheid tot eten en drinken ter plekke. Ik besluit de gok te wagen, hier hebben ze vast hele goede echte van Dobben of Kwekkeboom kroketten. De ruimte is enorm en er staan slechts een paar rekken, veel plantjes en een paar koelvitrines. Er hangen ook receptkaartjes en al lezende dringt het tot me door dat dit etablissement alleen bedoeld is voor singles of dinky's (double income no kids) die van gekkigheid niet weten wat ze moeten eten en bovendien niet van kindervoedsel (=gefrituurd en/of zoet) houden. Je kunt namelijk een recept kiezen en dan alles verzamelen, tot aan het ene voorgeschreven takje rozemarijn toe. Daar doe ik niet aan mee: Ik wil een kroket, vers gefrituurd in een wit plastic bakje met een zakje mosterd!

Als ik naar buiten stap in de schemering kan ik me niet direct oriĆ«nteren. Ik doe een stap vooruit en diskwalificeer me direct als Amsterdammer. Ik sta midden op het fietspad en word bijna omver gekacheld door een bakfiets. Verloren staar ik om me heen, iedereen heeft haast en is op weg naar huis. Deze stad is de mijne niet meer en de goede kroketten zijn ook al uitgestorven.   


maandag 9 december 2013

Kaalkop


Daar lig ik dan, voorover met mijn gezicht in de sneeuw en vier lachende kaalkoppen om me heen. Een paar weken lang heb ik het bos gemeden, bang dat het weer uit de hand zou lopen. Maar met de eerste sneeuw was het gewoonweg te verleidelijk om niet te gaan. Bovendien laat ik me niet wegjagen door vier eikels die denken dat het bos van hen is.

Sinds Dutch vorig jaar oktober kwam aanlopen maak ik een ochtendronde door dit park. Ik had de kaalkoppen en hun vecht/waakhonden al verschillende keren gezien. Gehuld in trainingspakken liepen ze alsof het park hun achtertuin was. Andere wandelaars drukten ze van het pad af en hondeneigenaren bleven op gepaste afstand. Ik bleef lekker Hollands en trotseerde hen iedere keer. Dat ging goed omdat Dutch nog een pup was. Tot september dus. Koud terug van vakantie kwam ik in de eerste 'close encounter' terecht. Nieuwsgierig liep Dutch op grote aangelijnde herder af. Die aarzelde geen seconde en zette meteen zijn tanden mijn oogappel. Door een snelle, zeer gerichte oplawaai van het trainingspak liet hij los, mij verbijsterd achterlatend.

Enige tijd daarna besloot Dutch dat hij de tien kilo zwaardere soortgenoot best aankon. Ternauwernood kon ik hem wegtrekken en het kaalhoofd riep iets in het Servisch naar me. De dame waarmee ik stond te praten schaamde zich overduidelijk toen ze het voor me vertaalde: "Als hij Dutch nog 1 keer zou tegenkomen dan zou hij zijn hond loslaten". Ik maakte me geen illusies, deze hond was, net als zijn baas, van jongs af aan getraind om alles wat bewoog agressief te bejegenen.

Dus vermeed ik het park en ging ik pas wandelen als zij al verdwenen waren. Tot vandaag dus. In een flauwe bocht kwamen ze me tegemoet lopen, Dutch net te ver vooruit. Terwijl ik naar zijn halsband greep gleed ik uit, viel languit op mijn gezicht en terwijl ik overeind krabbelde stonden de vier kaalkoppen lachend om me heen. De hond veilig maar mijn eer gekrenkt. Wat een ongelooflijke schoften! Ik wenste mezelf een paar bodyguards toe of tenminste een heel groot geweer. Veel zou het niet geholpen hebben, vrees ik. De nare realiteit is dat dit soort lui het voor het zeggen heeft hier. Met een beetje pech hebben ze 20 jaar geleden een voortreffelijke training genoten in het Servische leger of een obscuur paramilitair clubje. Met geweld en handige deals hebben ze zich verrijkt en ze laten het niet na om aan iedereen te showen dat zij de baas zijn. Ik heb geluk, ik ben hier over anderhalf jaar weg maar de overgrote meerderheid van de bevolking heeft geen keuze dan naar hun pijpen te dansen.

Terwijl ik het bos uitliep en ze in het Nederlands nariep (ik zal het hier niet herhalen maar erg diplomatiek was het niet) zag ik de auto van 1 van hen. Die heeft het formaat van een flinke schuur en staat altijd pontificaal op de rijbaan geparkeerd. Ik keek om me heen...niemand.

Zou ik?