maandag 23 juni 2014

Kosovo


Op vakantie naar Kosovo. Ja dat kan. Als je aangenaam verrast bent na een bezoek aan Slovenië, Montenegro en Bosnië dan klinkt Kosovo niet eens meer zo gek. 

Even terug: Kosovo was een autonome provincie van de deelrepubliek Servië in het toenmalige Joegoslavië. Met het uiteenvallen daarvan waren er twee etnische/religieuze groepen die een claim deden op deze regio: de Albanese meerderheid en de Serven die vooral in het noorden van Kosovo wonen. De laatsten waren er, onder aanvoering van Milosevic en de Orthodoxe kerk, op gebrand om het bij Servië te houden. Niet om economische redenen want de regio produceert niets van waarde maar om etnisch/religieuze/historische motieven. In 1389 (geen typefout, u leest het goed) gingen de Serven namelijk roemloos ten onder in een veldslag tegen de Ottomanen (Turken) en sommigen van hen zijn daar nog steeds niet overheen: het 'bloed' dat vergoten is door hun bet-bet-bet-betovergrootvaders moet worden gewroken. Zeshonderd jaar later, in 1999 greep de VN in om verder bloedvergieten te voorkomen (Bosnië lag nog vers in het geheugen). Sindsdien zitten er internationale troepen (Kfor en Eulex) die de strijdende partijen uit elkaar houden en proberen iets van een gezonde politie en legermacht te genereren. In 2008 riep de Albanese meerderheid de onafhankelijkheid uit die door het merendeel van de VN lidstaten wordt erkend maar niet door Servië en beschermheer Rusland.

Gezien deze perikelen vergt de reis wat voorbereiding. Wederhelft vraagt de laatste veiligheidsinformatie op en we moeten de route zo uitstippelen dat we alleen via het Servische gedeelte van Kosovo het land in en uit kunnen. Doen we dat niet dan lopen we het risico dat ons paspoort een dikke Kosovaarse stempel krijgt en we Servië niet meer in komen. In Servische ogen zijn we dan namelijk al in het land en dus illegaal want we heben geen Servische inreisstempel. Ook instrueren we de kinderen: je kop houden bij de grensovergang, niet praten totdat iemand jou aanspreekt en je weet of je Engels of Servisch moet antwoorden en niet langer dan drie seconden naar iets of iemand staren.

De grensovergang valt allerzins mee: er zijn geen roadblocks, protesterende menigtes en ook de Eulex mannen die de grenspolitie bijstaan, zijn nagenoeg onzichtbaar. Het Servische gedeelte van Kosovo oogt grimmig: overal hangen Servische vlaggen en alle lantaarnpalen, huizen, bushokjes etc. zijn versierd met het jaartal 1389 of de spreuk 'Kosovo je Srbije' (Kosovo is Servisch). Enkele weggedeeltes zijn half gebarricadeerd waardoor je moet afremmen: op 1 van deze plekken is een paar maanden geleden een Eulex militair doodgeschoten. Ook staat er een legertent achter een rol prikkeldraad waar normaliter een aantal crimineel uitziende heren de wacht houdt. Vandaag niet, het is zondag.

Twee keer worden we aangehouden door de talrijk aanwezige politie. Op het moment dat wij gestopt worden, haalt een oud zastavaatje zonder nummerbord ons in. Merkwaardig: wij zijn de enigen met een fatsoenlijk uitziende auto, een legaal kenteken en we houden ons aan de snelheidslimiet. De overige weggebruikers hebben een illegaal nummerbord (van de Servische provincie Kosovo) of helemaal geen kenteken en rijden als idioten in auto's die in Nederland de status 'wrak van de weg' niet eens meer halen. Gelukkig worden we enigzins beschermd tegen bijklussende polititie agenten door onze diplomatieke status en het feit dat we een paar woorden Servisch spreken.

Na een uurtje bereiken we ons doel: Kosovska Mitrovica. Deze stad heeft een Albanese en een Servische wijk die strikt gescheiden worden door de 'vrijheidsbrug'. Een meer cynische naam kan ik me niet voorstellen voor een brug die zwaar bewaakt wordt en volledig is gebarricadeerd (met plantenbakken, dat dan weer wel). Gelukkig is er een brug een paar kilometer verderop met minder symbolische waarde waar je wel gewoon overheen kunt. Het verschil in de Albanese wijk is treffend: een gloednieuwe moskee, moderne flatgebouwen (kadootje van de EU dus betaald uit uw belastinggeld) en net iets teveel dikke audi's en BMW's met twintigjarige knaapjes achter het stuur. Eén van de bolides scheurt voor ons uit, over de linkerweghelft en aanpalend trottoir, daarbij net een moeder en kind ontwijkend. Nog vloekend van ergernis zie ik twee minuten later een gespierd kaalhoofd, de armen vol getatoeeerd en een wapen achteloos in zijn broekband met peuterzoontje aan de hand. Ineens besef ik dat het grootste probleem hier niet de religie of etniciteit is maar het verschrikkelijke macho-gedrag. Het maakt geen flikker uit of ze moslim of orthodox christelijk zijn, of ze politie-agent zijn, crimineel, voetbalsupporter of werkloos. Het is de misplaatste oneindige trots, de hang naar het verleden, de vanzelfsprekendheid waarmee vrouwen en andersdenkenden worden afgeserveerd en zonodig mishandeld. Bah! Wat heb ik mijn buik vol van deze ellendige
macho-etters die de hele regio in hun greep houden en naar de afgrond helpen.

De volgende ochtend, als we van een ontbijt genieten op een door Nederlanders gerunde camping in Albanië, ontvangt wederhelft een berichtje dat er vlak na ons vertrek dertien gewonden zijn gevallen bij protesten tegen de plantenbakken op de vrijheidsbrug.

Eikels!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten