zondag 21 december 2014

Kattenvrouwtjes


Foto: Irma Hermelink 

Mijn zoon is een held. Eigenhandig heeft hij een kat die zich al enige dagen verborgen hield in het chassis van een auto, eruit gepeuterd. De auto had al gereden en op een brug gestaan maar zonder resultaat; ergens uit de onderkant bleef een klagelijk gemiauw hoorbaar. De eigenaar was ten einde raad maar toen kwam Bingman! Gewapend met een zaklamp en in zijn nieuwste broek (dat dan weer wel) kroop hij onder de wagen. Na een kwartiertje kwam hij volledig onder de roet en smeer tevoorschijn, in zijn hand een heel dom katje. De eigenaar (van de auto niet van de kat) in extase, zijn  ouders trots. Mooi verhaal met een goed einde.

Helaas, nauwelijks een week nadien vond ik bij het uitlaten van de honden een kartonnen doos met daarin acht kittens tussen de twee en drie weken oud. Nu loop ik zwerfschepsels meestal gewoon voorbij, ik word wat hardvochtiger na enkele jaren Balkan. Maar deze exemplaren waren al aardig onderkoeld en zouden de komende uren vermoedelijk het loodje leggen. Dus nam ik ze mee in de veronderstelling dat er vast een asiel zou zijn die ze zou willen opnemen.

Verschillende bezoeken en telefoontjes later werd duidelijk dat iedereen ons veel succes wenste met de nieuwe huisdieren. Dat was althans de meest positieve reactie, de meeste mensen zeiden onomwonden dat ik een idioot was en ze had moeten laten staan. Helaas word ik in zo'n geval alleen maar meer overtuigd van m'n eigen gelijk en dus stond ik bij nacht en ontij negen mormeltjes te verzorgen in de hoop dat ze het allemaal zouden redden.

Het lijkt zowaar gelukt. We zijn nu ruim twee maanden verder en ik typ dit met drie ronkende katten op schoot. Eentje heeft een huis gevonden in Belgrado en vier zijn er anderhalve maand geleden door wederhelft naar een kattendame in Nederland gebracht. Behalve de uitbreiding van haar eigen roedel, vond ze ook familie en een vriendin bereid om ze op te vangen. Ik ben zelden iemand zo dankbaar geweest als haar.

De overigen die we Anni Frid, Agnetha, Björn en Benny hebben gedoopt zijn inmiddels in Nederland. Twee gaan er naar een kennis in Voorburg en eentje hebben we gisterochtend heel vroeg afgeleverd in een verzorgingshuis in Ede. Dat laatste vind ik eigenlijk het allerleukste: Ik kan me nog herinneren dat in het bejaardenhuis van mijn opa huisdieren strikt verboden waren. Dat leek mij als kind een regelrechte hel. Moest je aan het eind van je leven verhuizen naar een veel te klein kamertje en dan werd je huisdier ook nog eens afgepakt, Brrrrr.

Ik heb met mijn vriendin afgesproken dat we, als we verworden zijn tot wereldvreemde gebochelde kattenvrouwtjes, dààr gaan wonen. 


maandag 17 november 2014

Goedheiligman

Foto: Twitter

Terwijl in Afrika hard wordt gestreden om een ziekte van bijbelse proporties te bestrijden, het Midden Oosten is overgeleverd aan Islamitische bloedbanken en Nederland op de vuist gaat tijdens het nationale kinderfeestje, hadden we in Servië ook bezoek van een goedheiligman. 

Onze geestelijke kwam uit Rusland en werd met alle égards ontvangen door zijn Slavische geloofsmaatje, de president en de premier. En net als tienervriendinnen zijn de mannen met baarden het heel erg eens met elkaar; Europa staat aan de afgrond door het verlies van christelijke waarden, homosexualiteit is het werk van Satan, internet de broedplaats van zonde, feminisme erg gevaarlijk want vrouwen moeten zich gewoon op de verzorging van hun familie richten en ga zo maar door. 

Als het nou twee stomdronken psychotische clochards waren die deze wijsheden verkondigden maar het zijn de leiders van ongeveer 150 miljoen gelovigen. Een maand geleden is de baas van de Russische Patriarch nog langsgeweest en die werd ook al zo royaal ontvangen met een urenlange militaire parade (de eerste in 60 jaar). Wat zegt u? Is Vladimir niet de baas van de Orthodoxe kerk? Nou, dé facto wel. Putin krijgt de volle zegen en steun van de Orthodoxe kerk en geloofsbaas Kirill heeft in ruil daarvoor inmiddels een geschat vermogen van 1,5 miljard dollar vergaard. Nou moet ik wel toegeven dat hij daarmee niet te koop loopt. Toen een oplettende kijker een horloge aan zijn pols bespeurde ter waarde van 30.000 euro, heeft de Patriarch dat netjes laten fotoshoppen zodat er niets meer zichtbaar was (Jammer alleen dat de censor de weerspiegeling van het klokje in het tafelblad vergat). 

Het blijft tobben met bebaarde mannen in lange jurken. De integere en ruimdenkende varianten moet je met een zaklampje zoeken en als je er eindelijk één gevonden hebt die bekend staat om zijn altruïsme en niet verdachte vriendelijkheid naar kinderen toe, dan blijkt het een vermomde slavendrijver. 

Eigenlijk is er nog maar één die echt door de beugel kan, 

Go Conchita go! 




zondag 9 november 2014

Drone



"Hé, Ben je nu al terug, heb je niet nog een biertje gepakt na de wedstrijd?".
"Nou, de wedstrijd is gestaakt. Er vloog een drone met de vlag van Groot Albanië het stadium in en toen brak de hel los"

Wederhelft gaat zitten, schudt zijn hoofd en vertelt. Bij gebrek aan televisie, kijken we op verschillende Servische websites. Touché; de Albanezen hebben met deze creatieve actie de Serviërs in het diepst van hun ziel geraakt. De lokale media ontploffen van woede en verontwaardiging, zeker nadat de broer van de Albanese premier wordt opgepakt maar later noodgedwongen weer vrijgelaten.

Wederhelft zijn werk bestaat uit het ondersteunen van de krijgsmachten van Servië, Bosnië en Montenegro. Dat heeft niets te maken met het introduceren van nieuwe legerspeeltjes maar alles met het aanmoedigen van transparant en verantwoordelijk gedrag. Niet makkelijk want militairen houden over het algemeen niet van pottenkijkers en betweters, zeker niet als je nog gevochten hebt tegen voormalige landgenoten.

Hij is dus wel wat gewend als het gaat om Balkan emoties maar nu zit hij gebogen op de bank en schudt mismoedig zijn hoofd. Met de drone is zijn hoop weggevlogen. Hardop vraagt hij zich af of het ooit nog goed komt in de regio. De stuitende actie en de vernietigende mix van testosteron, werkloosheid en nationalisme bij 25.000 supporters hebben hem duidelijk een knauw gegeven. 

Twee weken later kijk ik naar DWDD. Ik zie een student met zijn professor. De student heeft een 10 voor zijn afstudeerproject gekregen. Een staaltje technisch vernuft in de vorm van een ambulance drone die op gps naar een patient kan vliegen en waarmee middels een camera eerste hulp kan worden geboden. Er zit zelfs een defibrillator op. Hij heeft geen patent aangevraagd want hij hoeft er geen geld mee verdienen. Als anderen dit idee verder willen ontwikkelen dan juicht hij dat van harte toe.

Tsja, je kunt de techniek ook op een andere manier gebruiken.

zondag 12 oktober 2014

Bureaucratie

Foto: Irma Hermelink

Onze zoon van dertien heeft afgelopen zomer voor het eerst alleen gevlogen, van Podgorica (Montenegro) naar Amsterdam. Nu denkt u natuurlijk dat wij een zeer verantwoordelijk en bijna volwassen kind hebben. Helaas, niets is minder waar. Hij heeft een zeer selectief geheugen. Feilloos herinnert hij zich dat wij hem zakgeld/ijs/een uitje hebben beloofd maar ondertussen vergeet hij wel waar zijn telefoon/computerlader/rechterschoen zijn gebleven. Als zijn hoofd niet zou vastzitten aan zijn romp zou hij die vermoedelijk ook vergeten. Toch gaat hij dus vliegen, waarschijnlijk omdat zijn ouders net zo onverantwoordelijk zijn als hijzelf.

In een land als Servië gaat dat niet zomaar. Op een bevolking van nauwelijks 7 miljoen lopen er 700.000 ambtenaren rond en die moeten natuurlijk wel wat te doen hebben. Inmiddels zijn we erachter dat de bureaucratie in Servië 2 paradoxale regels kent.

Regel 1: Je komt altijd een formulier tekort.
Regel 2: Achter elke 'nee' zit een 'ja' verborgen.

Een paar telefoontjes leerden ons dat we voor de vliegreis van zoonlief per vlucht een verklaring nodig hadden. Daarin moesten wij als ouders plechtig getuigen dat we bij ons volle verstand waren toen we besloten onze zoon geheel zonder begeleiding te laten vliegen. In gezelschap van de assistente van mijn wederhelft die wél goed Servisch spreekt, togen we naar het gemeentehuis. Daar werden we verwelkomd door een tierende dame die alles en iedereen voor rotte vis uitmaakte. Oh ja, dat is regel 3: Ga nooit, maar dan ook echt nooit schelden tegen een lokettist waar je iets van gedaan moet krijgen, zeker niet in een land dat de communistische variant van klantvriendelijkheid nog niet achter zich heeft gelaten. De wachttijd verdubbelde voor deze mevrouw en alle wachtenden achter haar.

Eenmaal aan de beurt duwden we de verklaringen en onze paspoorten onder het luikje door. Deze werden nauwkeurig bestudeerd, verschillende keren gestempeld en toen rees de vraag of we ook een vertaling hadden. Pardon? De man achter het loket verklaarde doodernstig dat hij er zeker van moest zijn dat wij het in het Servisch gestelde formulier volledig begrepen. Assistente verzekerde hem dat dit het geval was maar dat was niet voldoende. Toen zij aandrong, deed hij wat alle ambtenaren in zo'n geval doen; naar zijn baas om toestemming te vragen. Die weigerde natuurlijk, dus of we alstublieft een beëdigde en gestempelde Engelse verklaring konden meebrengen (Zie regel 1).

Regel 2 trad vervolgens in werking. Ik verzekerde de man dat ik het onderhavige formulier echt begreep en toen hij twijfelde sloegen we toe, we zouden hem de verklaring in het Servisch voorlezen. Daar stonden we dus, hardop voorlezend zodat iedereen in de wijde omtrek wist dat we niet alleen bar slecht Servisch spraken maar ook vreselijk onverantwoorde ouders waren (Zoonlief was zijn zusje inmiddels aan het aftuigen na zo lang wachten).

De man voelde zich vermoedelijk net zo opgelaten als wij en stempelde de verklaringen. Zo'n stempel is niet gratis en het was maar een paar honderd meter lopen naar het dichtsbijzijnde postkantoor om dat te regelen. Weer in de rij, weer een handgeschreven bewijs ten behoeve van de betaling van de andere stempel en tenslotte weer terug om onze kostbare verklaring mee te nemen.

Onze zoon deelden we mee dat als hij deze verklaring zou verliezen, we afstand van hem zouden doen.  

Pride Belgrado

Foto: Irma Hermelink

Met half toegeknepen ogen kijkt hij geringschattend op me neer.

Hij staat pal voor me, is tegen de twee meter lang, draagt een zwarte overal, een helm met vizier, een wapenstok, een pistool en bescherming om de borst, armen en benen. Voor hem staat een doorzichtig schild dat tot mijn kin komt en om hen heen staat een peleton gelijk geklede kleerkasten. Iets verderop dwars over twee van de vijf rijbanen, is hun eveneens zwaarbepantserde auto geparkeerd.

Met twintig paar ogen op me gericht herhaal ik het nog een keer: "Excuse me, I am looking for the VIP entrance". Hij zucht en gebaart naar twee collega's die me vervolgens begeleiden naar een opening in het hek. Mijn naam wordt gecontroleerd en ik krijg een felgroen bandje om mijn pols. Mochten tegendemonstranten door het hek heenbreken, dan weten ze in ieder geval wie ze in elkaar moeten slaan. Ik ben binnen in het door 7000 man bewaakte centrum van de stad. De beveiligde zone is hermetisch afgesloten, zelfs de broer van de premier krijgt klappen als hij probeert binnen te komen.

De sfeer in de groep waar ik naar toe wandel staat in vrolijk contrast met alle mobiele eenheid om hen heen. Men keuvelt gemoedelijk, haalt regenboogvlaggen tevoorschijn en hopt wat mee op de muziek. Het is een tochtje van niets maar de betekenis is groot. In 2010 eindigde de Pride in een veldslag waar net geen doden vielen en voor een miljoen euro aan schade werd aangericht. Sindsdien zijn alle verzoeken om een tocht categorisch afgewezen onder het mom van veiligheid. Dat ondertussen een aantal zeer risicolvolle voetbalwedstrijden wel doorgang konden vinden verbaasde niemand; voetbal is natuurlijk veel belangrijker dan een optochtje van door het Westen gesponsorde buitenbeentjes.

De wandeling van 800 meter verloopt probleemloos maar pas bij de toespraken als ik een Nederlander en zijn Servische partner spreek besef ik hoeveel dit betekent. Het is voor mij volstrekt onbegrijpelijk dat je niet gewoon over straat kunt met je Lief of dat je niet dezelfde rechten hebt als een heterostel. Onder de bezielende leiding van een aantal homofobe politici en de orthodoxe kerk lijkt dat hier nog heel ver weg. Als alles is afgelopen ontdoet iedereen zich nauwkeurig van alle vlaggetjes, spandoeken en armbandjes. Daarna worden de meesten in busjes buiten de beveiligde zone gebracht of lopen ze in een groep door de bewaking heen.

Mijn gevoel hangt tussen verbijstering en vreugde in. Hoe is het mogelijk dat een paar honderd man die oproepen tot tolerantie zoveel agressie kunnen opwekken? Tegelijkertijd besef ik dat emancipatie in kleine stappen gaat en dan is het feit dat we hier onder politiebewaking mogen lopen al een grote overwinning.

woensdag 10 september 2014

Nummer 2

Foto: Irma Hermelink

En nu hebben we er dus twee. Een inschattingsfoutje. Ik had mijn wederhelft beloofd maar één zwerfschepsel in huis te halen. Meer zou resulteren in de eenzijdige opzegging van onze 24 jarige relatie. Maar ja, wat moet je, als je een nestje weesjes ziet dat door alle opvangcentra wordt geweigerd omdat die overvol zitten.

Een tijdelijk onderkomen voor het kleinste en zwakste mormeltje was de afspraak. De 30 kilo zwaardere soortgenoot adopteerde haar zonder problemen. Als honden het begrip spijt kennen dan heeft Dutch dat nu. Hij wordt uit het niets in zijn staart of de nog aanwezige edele delen gegrepen en moet toezien dat de door hem opgevolgde commando's volledig genegeerd worden door de kleine nieuwe etter.

En ik? Ik ben definitief verwijderd geraakt van alle rationeel denkende mensen en hoor in de buitencategorie van kattenvrouwtjes, reptielenknuffelaars en hondenfluisteraars. De eerste weken stond ik in het holst van de nacht op om het beestje naar buiten te laten. Daarna wilde mevrouw natuurlijk niet meer slapen en krijste ze het hele huis bij elkaar. De rest van de huisgenoten vond mij dan slapend op de bank met in mijn armen een klein ondervoed schepseltje van nauwelijks een kilo. Inmiddels gaat het beter, maar uitslapen is er voorlopig niet meer bij. Een godsvermogen hebben we uitgegeven aan wormen- en parasietenkuren, vaccinaties, speeltjes en speciaal dieetvoer.

Wekenlang heb ik geprobeerd het beestje te slijten maar zo vlak voor de vakantie was niemand geïnteresseerd. En ondanks het feit dat ik haar geen naam durfde te geven ging ik me toch hechten aan zo'n klein ding. Dus ging mevrouw mee naar Nederland in de hoop op een nieuw thuis daar. Een Roma familie had het niet beter kunnen doen; een oude afgetrapte bus met drie kinderen, twee honden en een hele hoop zooi. Rond 3 uur s'nachts ergens in Hongarije toen de kinder- en hondenschare sliep, heb ik mijn wederhelft lief aangekeken.

Ze heet Coco.


maandag 25 augustus 2014

Adelaar


Voor me zit een meneer met een adelaar op zijn schouder. Hij is zeker twintig centimeter hoog en even breed omdat de vleugels zijn opengeslagen. De kop is een beetje onnatuurlijk naar de zijkant gedraaid waardoor je hem 'en profil' ziet. Het is geen broddelwerkje, minutieus zijn de veertjes aangebracht en de blik van het beest is trefzeker. Op de linkervleugel staat in sierlijke letters 'forgive' op de rechter 'forget'.

Twintig centimeter boven de vogel loopt een horizontaal litteken. Het begint bij het linkeroor van de eigenaar en maakt de halve cirkel tot aan zijn rechteroor bijna af. In eerste instantie zag ik het niet want het valt gedeeltelijk weg in de huidplooi tussen nek en hoofd. Die plooi kan ik goed zien want zijn hoofd is glimmend kaal geschoren. Hij draagt een blauwe zwembroek met witte en rode accenten. Zijn leeftijd zal tussen de veertig en de vijftig jaar zijn. Als accessoire heeft hij een jongere dame bij zich. Niet veel jonger overigens, hij houdt het netjes. Zij heeft lang geblondeerd haar, is net als hij gebruind en ze draagt een groenige metallic bikini met bijpassende metallic kunstnagels. 

Haar vind ik niet zo interessant, hij is het die me intrigeert. Waarom zet je in een tatoeage het woord 'forget'? Dat is wel de beste garantie om het niet te vergeten lijkt me. En wie moet wat vergeven? Moet hij vergeven voor iets wat hem is aangedaan of vraagt hij vergiffenis? Als het verwijst naar een specifieke gebeurtenis dan is het ongetwijfeld ingrijpend geweest, anders wijd je er geen tatoeage aan. En waarom staat het in de vleugels van een vogel die symbool staat voor mannelijkheid, virilliteit en dominantie? Het komt toch anders over als het in de pootjes van een koalabeertje is getatoeëerd. 

Bij nader inzien lijkt de tatoeage ook sprekend op de Servische adelaar. Hij wijkt op twee punten af. Het Servische nationale symbool heeft twee koppen en deze maar één. Daarnaast ontbreken de vier Cyrillische C's (S in het Latijnse alfabet) die staan voor 'Samo Sloga Srbina Spasava' oftewel 'Alleen eenheid redt de Serviërs'. Een meer politiek correcte versie is overigens 'Sveti Sava - Srpska Slava' (Sint Sava - Servische Beschermheer) 

De combinatie met het litteken roept nog veel meer vragen op. Het kan gemaakt zijn door een chirurg met een slok teveel op maar het lijkt me eerder het resultaat van een verwonding. En de zwembroek, is het toeval dat die de kleuren van de Servische vlag heeft?

Ik krijg de vragen niet uit mijn hoofd: Heeft hij gevochten in de Balkanoorlog? Is dit misschien één van Mladic' mannen? In een cafe een paar honderd meter verderop staat een groot portret van meneer de Jong zoals wij hem thuis noemen (Mladi = jong, klinkt een stuk onschuldiger als je wordt afgeluisterd). Waarom is hij daar niet gaan zitten? Misschien is hij wel hartstikke onschuldig en vergeeft hij de persoon die hem het litteken heeft toegebracht. Misschien hebben litteken en tatoeage wel niets met elkaar te maken en maak ik het veel te spannend. Maar waarom dan die adelaar? Dat moet op z'n minst verwijzen naar wat nationalistische trekjes. Het laat me niet los, hier moet een verhaal achter zitten. Een gewelddadige sage van onverschrokken mannen, strijd, moord en doodslag en vreselijke ontberingen.

De man neemt nog een slok van zijn koffie, aait de metallic dame over haar rug en gaat verder met een Sudokootje.



maandag 21 juli 2014

Bloemenzee


21 juli 08.30 Vertrekhal 1 Schiphol. Nog een uur maar ik wil persé op tijd zijn. Zoonlief, net 13 jaar, vliegt voor de eerste keer alleen, helemaal alleen. Podgorica-Amsterdam. Geen papa, mama of stewardess aan zijn zijde.

Hij is gezegend met een grenzeloze naïviteit, zijn moeder met een bijna-zenuwinzinking. Ik kijk om de vijf minuten op mijn telefoon hoe laat het is. Toen ik zo oud was als hij ging ik met mijn ouders naar een boerderij tegen de toenmalige Oostduitse grens en hij reist zelfstandig van de Balkan naar Nederland. Loslaten is moeilijk.

08.40 Vertrekhal 3 Schiphol. Ik ken er geen één, maar toch prikken de tranen als ik de bloemenzee, foto's, ballonnen en kaarsjes zie. Bijna 300 mensen die niet meer thuiskomen. Een afschuwelijke wake-up-call heeft de oorlog uit Verweggistan hier gebracht. Door een stel godvergeten 'low life creatures' uit de lucht geschoten. Ik weet wel dat er altijd overal ter wereld mensen doodgaan door geweld maar de herkenbaarheid van de slachtoffers raakt me. Er staat een rij voor de twee condoleanceregisters en ondanks de alom aanwezige pers en de vele beveiligers is de sfeer stil en ingetogen.

45 minuten later sluit ik mijn tegenstribbelende zoon in de armen (niets ergers dan een knuffelende moeder). Veilig weg van het wereldnieuws heeft hij vrijwel niets meegekregen van de ramp. "We gaan nog even een bloemetje kopen" zeg ik. "Ik wil je wat laten zien". 

vrijdag 18 juli 2014

Ziggo


Als je maar 6-8 weken per jaar 'thuis' bent dan is een kabelabonnement à 45,- euro per maand toch wat overdreven. Een mailtje dus naar Ziggo om de boel op te zeggen, vijf minuutjes dacht ik nog naief.

Een half uur later heb ik alle krochten van de website van Ziggo gezien. Ik weet welke fantàààstische produkten ze aanbieden en welke ongelóóflijke kortingen ze daarbij geven. Een formulier, telefoonnummer, mailadres of andere tamtam om mijn abonnement op te zeggen kan ik niet vinden. In plaats daarvan beland ik steeds weer op dezelfde pagina die mij uitlegt dat ik weliswaar kan verhuizen maar meteen mijn nieuwe adres vraagt zodat ik het hele zaakje kan overschrijven. Ook de computermevrouw waar ik mijn verzoek op verschillende manieren intik (IK WIL MIJN ABONNEMENT OPZEGGEN STOM BLOND MOKKEL!!!!) blijft tot mijn grote woede stoicijns melden dat ze mijn vraag niet begrijpt.

Met een snel toenemende razernij probeer ik de ouderwetse methode. Dat is nog niet zo makkelijk want ik kan in eerste instantie geen telefoonnummer vinden. Ik begin langzaamaan te geloven dat er stiekem niemand werkt bij Ziggo maar dat het bedrijf gerund wordt door 1 nerd voorzien van een server en wat digitale snufjes. Als ik eindelijk een telefoonnummer heb gevonden brengt het keuzemenu mij niet bij een aardige, begripvolle en efficient handelende helpdeskmedewerker van vlees en bloed maar bij een dementerende Richard Clayderman die iedere vijf minuten hetzelfde deuntje inzet.

Mijn woede maakt plaats voor moedeloosheid. Ik besluit mijn principes overboord te gooien en te liegen. Er is namelijk 1 mogelijkheid om mij eeuwig te bevrijden van de Ziggo-ketenen: ik meld dat ik ben overleden.

En zo kwam het dat mijn zusje, die zo nu en dan langkomt in ons huis in Nederland een brief op de deurmat vond met de aanhef 'aan de erven van' .

Geachte heer/mevrouw,

U heeft gevraagd alle abonnementen van Ziggo stop te zetten in verband met het overlijden van uw dierbare. Wij willen onze deelneming betuigen en u heel veel sterkte toewensen etc.etc.

Ik juich van geluk als ik het verontruste berichtje van mijn zus ontvang. Wie niet groot en sterk is moet slim zijn!

Als ik een paar weken later mijn Nederlandse voordeur open vind ik een nieuwe brief van Ziggo, ditmaal gericht aan 'De nieuwe bewoners van ..'

Misschien weet u het nog niet maar in uw woning beschikt u over een werkende televisie en radioaansluiting van Ziggo. Helaas is bij ons geen abonnement op dit adres bekend. Om onbezorgd van Ziggo te blijven genieten, vragen wij u vriendelijk het liefst nog vandaag contact op te nemen via 0900-****.[] als wij niets van u horen wordt de aansluiting van Ziggo na 2 weken afgesloten.

Vervolgens worden er nog 2 alinea's verspild met een reclameriedel over de beste kwaliteitsbeleving (eh?)  60 digitale zenders, HDTV etc. Ze eindigen met nogmaals het dringende verzoek om vandaag nog contact op te nemen.

Inmiddels zijn we anderhalf jaar verder en onderweg naar Nederland als de mannelijke helft van ons gezin zich met een schok realiseert dat we geen TV en dus ook geen WK voetbal kunnen kijken. Ik zet al een stil vreugdedansje in als mijn iets te handige wederhelft ontdekt dat de TV het gewoon nog doet. Sterker nog, we hebben allerlei afschuwelijke commerciele zenders met programma's als 'My big fat gypsy wedding, Teenage Moms', een naakt(!) dating programma en allerlei misselijkmakende nagesynchroniseerde rotzooi.

Mijn geënsceneerde dood heeft niets opgelost, voor eeuwig zal ik boeten in de hel die Ziggo heet.


Ohrid


Bij deze mijn nederige excuses aan de heren die ik in mijn vorige blog onheus heb bejegend. Ik ben geen fan van wapendragende Balkan bullebakken maar er is een groep mensen die ik nog liever uit deze regio zie verdwijnen dan hen. Het zijn helaas mijn bloedeigen landgenoten; Nederlanders op vakantie.

Gekleed in te kleine/te korte broeken en rokjes, lawaaihemden of aanstootgevende t-shirts, teva sandalen en gelijke windjacks maken ze per stuk evenveel geluid als een volledige tourbus met Aziaten.

Eén van de zegeningen van de Balkan is dat ze hier zeer zeldzaam zijn: het is te lang rijden en het merendeel denkt vermoedelijk dat het hier nog steeds oorlog is. Helaas geldt dit niet voor één van de mooiste plekjes op de Balkan, het meer van Ohrid. Dit grootste zoetwatermeer van Europa wordt aangedaan door zowel Arkefly als Corendon en dat is te merken. Oranje vlaggetjes, bordjes met de aanprijzing 'Hollandse koffie'(net zo onwaarschijnlijk lekker als de veganistische biefstuk ) en zelfs een legioen aan obers dat in oranje shirts gekleed gaat (net als de rest van de Hollanders hier overigens). Vluchtend voor de horde vinden we een klein restaurantje. We worden naar boven geloodst waar tot onze vreugde maar 1 ander tafeltje bezet is; door zes vaderlandse pensionado's, ontdekken we als we net hebben plaatsgenomen. 

Luidruchtig en tergend langzaam nemen ze de hele menukaart door. De eigenaar kijkt bij ieder gerecht wat droeviger. Als alles uitgebreid is besproken besluiten twee dames via 'iene miene mutte' een keus te maken tussen de traditionele Macedonische sarma die van harte wordt aanbevolen door de eigenaar en de wiener schnitzel. Gierend van de lach valt de keuze op de gepaneerde Oostenrijker, "want dan weet je tenminste wat je krijgt".  Er wordt nog meer besteld. 

"Do you have red wijn in the glass, not the bottle hè, just the glass, anders ben ik weer een fortuin kwijt (een fles wijn kost ongeveer 10 Euro). "Enne kenne we ook water krijgen, aqua bedoel ik?

De eigenaar druipt zichtbaar aangeslagen af. Omdat het gesprek natuurlijk niet stil kan vallen besluit de roodverbrande, polodragende leesbril de iconen aan de muur te bespreken. Die zijn volgens hem wel honderd jaar oud en heel veel waard. Ik herken ze van de kerken hier in de buurt waar ze voor een habbekrats te koop zijn en verberg mijn gezicht in een servet om een opkomende lachstuip te verhullen als hoestaanval.

Dat lukt niet helemaal want het gezelschap kijkt verstoord onze kant uit. De in neon-hempjes getooide dames nemen het gesprek over.

"Tis hier zooo gezellig, niet te druk en wat fijn dat ze hier overal schermen hebben zodat we voetbal kunnen kijken hè".

"Wat alleen tegenvalt zijn de kleren, die zijn even duur als in Nederland en best wel ordinair maar  verder is het prima hoor"

Ja, je merkt gewoon dat ze niet zo gewend zijn aan buitenlanders. Je ken niet echt shoppen en ze praten geen Engels.

"Ja, de mensen, ze zijn best wel aardig hoor, maar niet zo professioneel in de bediening enzo en een beetje nors"

Op het gevaar af dat ik het toch al geringe aantal lezers van me vervreem: Lieve Arke en Corendon wilt u asje-asje-asjeblieft de ticketprijs verdubbelen zodat de halfnaakte, grofgebekte hordes gewoon voor Torremolinos en Chersonissos kiezen. Ohrid kan dan gereserveerd worden voor iets beschaafder volk. Op de korte termijn zullen ze hier wat minder verdienen maar op de lange termijn lijkt mij het geestelijke welzijn van de lokale bevolking veel belangrijker.  

Dankuwel! 

maandag 23 juni 2014

Kosovo


Op vakantie naar Kosovo. Ja dat kan. Als je aangenaam verrast bent na een bezoek aan Slovenië, Montenegro en Bosnië dan klinkt Kosovo niet eens meer zo gek. 

Even terug: Kosovo was een autonome provincie van de deelrepubliek Servië in het toenmalige Joegoslavië. Met het uiteenvallen daarvan waren er twee etnische/religieuze groepen die een claim deden op deze regio: de Albanese meerderheid en de Serven die vooral in het noorden van Kosovo wonen. De laatsten waren er, onder aanvoering van Milosevic en de Orthodoxe kerk, op gebrand om het bij Servië te houden. Niet om economische redenen want de regio produceert niets van waarde maar om etnisch/religieuze/historische motieven. In 1389 (geen typefout, u leest het goed) gingen de Serven namelijk roemloos ten onder in een veldslag tegen de Ottomanen (Turken) en sommigen van hen zijn daar nog steeds niet overheen: het 'bloed' dat vergoten is door hun bet-bet-bet-betovergrootvaders moet worden gewroken. Zeshonderd jaar later, in 1999 greep de VN in om verder bloedvergieten te voorkomen (Bosnië lag nog vers in het geheugen). Sindsdien zitten er internationale troepen (Kfor en Eulex) die de strijdende partijen uit elkaar houden en proberen iets van een gezonde politie en legermacht te genereren. In 2008 riep de Albanese meerderheid de onafhankelijkheid uit die door het merendeel van de VN lidstaten wordt erkend maar niet door Servië en beschermheer Rusland.

Gezien deze perikelen vergt de reis wat voorbereiding. Wederhelft vraagt de laatste veiligheidsinformatie op en we moeten de route zo uitstippelen dat we alleen via het Servische gedeelte van Kosovo het land in en uit kunnen. Doen we dat niet dan lopen we het risico dat ons paspoort een dikke Kosovaarse stempel krijgt en we Servië niet meer in komen. In Servische ogen zijn we dan namelijk al in het land en dus illegaal want we heben geen Servische inreisstempel. Ook instrueren we de kinderen: je kop houden bij de grensovergang, niet praten totdat iemand jou aanspreekt en je weet of je Engels of Servisch moet antwoorden en niet langer dan drie seconden naar iets of iemand staren.

De grensovergang valt allerzins mee: er zijn geen roadblocks, protesterende menigtes en ook de Eulex mannen die de grenspolitie bijstaan, zijn nagenoeg onzichtbaar. Het Servische gedeelte van Kosovo oogt grimmig: overal hangen Servische vlaggen en alle lantaarnpalen, huizen, bushokjes etc. zijn versierd met het jaartal 1389 of de spreuk 'Kosovo je Srbije' (Kosovo is Servisch). Enkele weggedeeltes zijn half gebarricadeerd waardoor je moet afremmen: op 1 van deze plekken is een paar maanden geleden een Eulex militair doodgeschoten. Ook staat er een legertent achter een rol prikkeldraad waar normaliter een aantal crimineel uitziende heren de wacht houdt. Vandaag niet, het is zondag.

Twee keer worden we aangehouden door de talrijk aanwezige politie. Op het moment dat wij gestopt worden, haalt een oud zastavaatje zonder nummerbord ons in. Merkwaardig: wij zijn de enigen met een fatsoenlijk uitziende auto, een legaal kenteken en we houden ons aan de snelheidslimiet. De overige weggebruikers hebben een illegaal nummerbord (van de Servische provincie Kosovo) of helemaal geen kenteken en rijden als idioten in auto's die in Nederland de status 'wrak van de weg' niet eens meer halen. Gelukkig worden we enigzins beschermd tegen bijklussende polititie agenten door onze diplomatieke status en het feit dat we een paar woorden Servisch spreken.

Na een uurtje bereiken we ons doel: Kosovska Mitrovica. Deze stad heeft een Albanese en een Servische wijk die strikt gescheiden worden door de 'vrijheidsbrug'. Een meer cynische naam kan ik me niet voorstellen voor een brug die zwaar bewaakt wordt en volledig is gebarricadeerd (met plantenbakken, dat dan weer wel). Gelukkig is er een brug een paar kilometer verderop met minder symbolische waarde waar je wel gewoon overheen kunt. Het verschil in de Albanese wijk is treffend: een gloednieuwe moskee, moderne flatgebouwen (kadootje van de EU dus betaald uit uw belastinggeld) en net iets teveel dikke audi's en BMW's met twintigjarige knaapjes achter het stuur. Eén van de bolides scheurt voor ons uit, over de linkerweghelft en aanpalend trottoir, daarbij net een moeder en kind ontwijkend. Nog vloekend van ergernis zie ik twee minuten later een gespierd kaalhoofd, de armen vol getatoeeerd en een wapen achteloos in zijn broekband met peuterzoontje aan de hand. Ineens besef ik dat het grootste probleem hier niet de religie of etniciteit is maar het verschrikkelijke macho-gedrag. Het maakt geen flikker uit of ze moslim of orthodox christelijk zijn, of ze politie-agent zijn, crimineel, voetbalsupporter of werkloos. Het is de misplaatste oneindige trots, de hang naar het verleden, de vanzelfsprekendheid waarmee vrouwen en andersdenkenden worden afgeserveerd en zonodig mishandeld. Bah! Wat heb ik mijn buik vol van deze ellendige
macho-etters die de hele regio in hun greep houden en naar de afgrond helpen.

De volgende ochtend, als we van een ontbijt genieten op een door Nederlanders gerunde camping in Albanië, ontvangt wederhelft een berichtje dat er vlak na ons vertrek dertien gewonden zijn gevallen bij protesten tegen de plantenbakken op de vrijheidsbrug.

Eikels!


zondag 8 juni 2014

Trein


Er is geen fantastisch uitzicht, geen zachte loungemuziek en zelfs niet de lekkerste cappuccino. Toch zit ik op het fijnste terras van Belgrado. Ik hoor de vogeltjes fluiten op nog geen 100 meter van 1 van de drukste verkeersknooppunten van de stad. Mijn uitzicht bestaat uit een halfvol terras, een treinperron en wachtende reizigers. Tijdens mijn studententijd werkte ik op Schiphol en ook daar kon ik uren bij de aankomsthal zitten kijken. Er gaat niets boven het observeren van komende en gaande reizigers. De sfeer is hier wel wat relaxter. Omringd door koffers tik ik dit stukje. Ik zit naast de ingang en verschillende reizigers hebben hun bagage hier achtergelaten terwijl ze verderop op het terras zitten of binnen een plas plegen. Kennelijk zie ik er zeer betrouwbaar uit. Het afgelopen uur heb ik geen trein gezien en ik vraag me af wat de acht lokketisten iets verderop doen behalve hun nagels lakken.

Er loopt een treinspoor van Belgrado naar Bar in Montenegro dat een prachtige route volgt. Een deel hebben wij per auto gedaan maar de route van het spoor, langs stijle afgronden en rivieren, dwars door Montenegro is nog veel spectaculairder. 8 uur duurt de rit en dan sta je aan de Adriatische zee. Niet zo'n gek idee dus om dat een keer te doen.

Terwijl ik aan het plannen ging, wees mijn wederhelft me op een stukje in de krant. De trein naar Bar had een gemiddelde snelheid van ongeveer 40 km per uur en regelmatig vertraging door kapot materieel. Het toppunt was een rit niet heel lang geleden, die niet 8 maar 32 uur duurde, waarvan er 7 in een tunnel moest worden doorgebracht wegens kabelbreuk.

Nu begrijp ik waarom er op station Loppersum meer treinen rijden dan in een stad van 1,6 miljoen inwoners. 

Obrenovac



Hemelvaart, het kroost zit op school maar wederhelft is vrij. Na de voors en tegens te hebben afgewogen besluiten we om met eigen ogen te zien wat de overstromingen hebben aangericht. We zijn met de motor dus zo weer weg als we niet verder kunnen.

Het water is ruim een week geleden voorzichtig gaan zakken. De rij zandzakken langs de Sava ligt er wat verloren bij. Op het terrein waar ze gevuld zijn staat een graafwagen met de grijparm in een hoop zand, alsof de motor zo weer kan aanslaan. Er moeten honderden lege zakken op een stapel hebben gelegen want nu zie ik, met de wind mee, een spoor van nutteloze witte fladderende zakken. Ik vraag me af of ze uberhaupt nog worden weggehaald of dat ze hier volgend jaar nog liggen. Zo te zien is het water niet voorbij de buffer geweest, alleen een voetbalveldje dat aan de rivierkant van de rij zandzakken ligt staat onder water, de dug out nog net zichtbaar.

Dan rijden we de brug van de Kolubara over. Dit is de grootste boosdoener geweest. De Sava is groot en heeft een redelijk uitstroomgebied maar dat geldt niet voor dit riviertje. Op 5 mei hebben we hier ook gereden, het riviertje was toen een onschuldig pittoresk beekje omzoomd door bomen. Nu is het een groot mosterdkleurige moeras vol met afgebroken takken, flessen, planken en andere rotzooi. Aan de plastic zakjes in de bomen kan ik zien dat het water zeker anderhalve meter hoger heeft gestaan dan nu. 

Eenmaal de Kolubara over zijn we in Obrenovac en dan wordt duidelijk hoe groot de schade is. Het hotel aan het begin van het dorp fungeert vermoedelijk als noodcentrum. Ik zie politie, medisch personeel en wat heren van een buitenlandse hulpclub. Erg druk is het echter niet, ook niet op de weg. Net voordat de stank mijn neus binnendringt zie ik ook de eerste mensen met mondkapjes en zakdoeken voor hun neus; ze haasten zich onze kant uit. Als ik naar links kijk schrik ik me te pletter: het grote voetbalstadion staat midden in een meer van een metertje of 3 hoog. Dit voelt niet ok, wat doen we hier eigenlijk? Een stelletje verschrikkelijke ramptoeristen zijn we, bah!

Toch rijden we verder en op het terras waar we drie weken geleden een kop koffie hebben gedronken, haalt het personeel het meubilair naar buiten om schoon te maken. Dat geldt ook voor de fietsen- en brommerhandelaar verderop. Zijn inboedel staat op straat en is alleen nog herkenbaar aan de vorm: het heeft allemaal dezelfde bruingele kleur. De ruiten van de lege winkel ernaast liggen aan diggelen, er staat een man in die de modder naar buiten veegt. Weer iets verder passeren we een aantal mensen met jerrycans die geduldig staan te wachten bij een waterwagen. De troep en stank zijn verschrikkelijk. Voor ieder huis liggen hopen met kleding, meubilair, matrassen, blubber en gewoon huisvuil. Alles wat nog te redden valt staat buiten te drogen. Eén huis is omzoomd met tientallen meters volgehangen waslijn. In de voortuin staat de huiskamer- en slaapkamerinrichting: vermoedelijk precies opgesteld zoals het twee weken geleden nog binnenshuis stond.

Ik voel me ik me verschrikkelijk nutteloos en misplaatst. Dwingend tik ik wederhelft op zijn schouder. Hij denkt precies hetzelfde als ik. Wegwezen hier. 

donderdag 15 mei 2014

Regen


Het regent, al 48 uur lang onafgebroken. En, zoals mijn wederhelft het altijd uitdrukt, het is opgehouden met zachtjes regenen. Met bakken komt het uit de hemel. De thermometer wijst 11 graden aan, afgelopen weekend hebben we bij 28 graden een prachtige wandeling gemaakt. Ik kom uit een laaglandmoeras dus ben wel wat gewend maar zoveel en zolang, dat heb ik zelden gezien. Nogmaals lees ik het mailtje dat zojuist door het hoofd van onze school is verstuurd:

The Belgrade City Emergencies Headquarters issued tonight an order to close all public primary and secondary schools thursday and friday due to heavy rains. Our Board Chair and Head of Security decided to stay open tomorrow. [ ] If conditions worsen over night we will send another SMS/email by 6.15 AM.

Ik kijk de straat in. De regen glijdt in een alsmaar groter wordende stroom naar beneden waar het zich samenvoegt met het water uit een zijstraat, de hoek om kolkt en uit het zicht verdwijnt: er moet een plaats zijn waar het zich allemaal verzamelt.

Daar kom ik even later achter als ik een boodschap moet doen. Het is akelig stil op de weg. Ik zie een tweetal auto's die zijn verpletterd door een boom en een dikke BMW die heel onhandig een straatje in manoeuvreert. Als ik hem geërgerd wil inhalen zie ik plots op ooghoogte een elektriciteitskabel hangen. Oef! Weer iemand er van overtuigd dat blondjes niet kunnen rijden. Eenmaal onder aan de heuvel is er niemand meer behalve een oude bordeauxrode lada die scheef op de rijbaan staat. Ook een blondje stoot zich geen tweede keer; ik kijk vooruit en zie dat het wegdek onder een laag water staat waarvan ik de hoogte niet direct kan inschatten. Vanuit de tegengestelde richting waagt een landrover het. Dat gaat goed en mijn aanzienlijk minder stoere bolide redt het ook. Opgelucht rijd ik de brug over. De Sava heeft de aanpalende weg en een provisorisch Roma kampje opgeslokt. Ieder zijn eigen leed in deze stad.

Ik kom veilig op mijn bestemming aan en dan belt wederhelft. Hij is vanuit Sarajevo onderweg naar Belgrado. Ze zijn een eind door de sneeuw(!) geploeterd maar definitief gestopt door een metertje water op de weg en nog veel meer in het vooruitzicht. Wat bellen en navragen leert dat de meest voor de hand liggende routes zijn overstroomd. Hij besluit een hele grote omweg via Kroatië te nemen en houdt me op de hoogte....

woensdag 30 april 2014

Stomatologija





In een kaal betonnen flatgebouw melden mijn kroost en ik ons bij het bordje 'stomatologija'. De piepkleine wachtkamer zit vol en dus zoek ik mijn toevlucht tot de aanpalende galerij. Die ligt bezaaid met sigarettenpeuken, lege flesjes en verfrommelde kartonnetjes. Er ligt ook een equivalent van de Story/Privé. Heerlijk, Servische roddels zijn nog net een tikje gemener dan de Nederlandse en het is altijd een feest om de extreem gephotoshopte plaatjes te bekijken. Ik heb geluk want 'Džordž Kluni' (fonetisch uitspreken dan weet je wie ik bedoel) heeft net nieuwe verkering. 

Ik word gestoord door een onderdrukt gegil en zie door de lamellen een slachtoffer verkrampt liggen, de handen om de armleuningen geklemd. Nu ben ik niet bang voor de tandarts, de kapper vind ik veel enger. Mijn kroost hoeft maar 1 ding van mij te erven en dat is mijn gebit. Helaas is het geld dat ik heb uitgespaard met mijn goede gebitsgenen, gelijk aan de uitgaven voor tandheelkundige behandelingen voor de rest van de familie.

Eenmaal aan de beurt neem ik gezellig plaats naast een dame die net een nieuw kunstgebit krijgt aangemeten. Zo uitneembaar geval dat ik nog ken van het nachtkastje van mijn opa. Na nauwelijks een minuut ben ik klaar en klimt dochterlief in de stoel. Die zit binnen mum van tijd met fijngeknepen knuistjes en veel te grote ogen naar het plafond te staren. Mijn mix van aanmoedigingen en vermaningen helpt 20 minuten en daarna mag ze weg, weer een trauma rijker. "I won't torture her anymore" zegt de niet erg pedagogisch ingestelde tandarts ook nog.

Zoonlief moet een kleine ingreep ondergaan waar naalden en mesjes aan te pas komen. Dat heb ik nu verschillende keren meegemaakt en ik moet mijn instinct om de behandelende dokter/tandarts niet aan te vallen altijd stevig onderdrukken. Gelukkig geeft hij geen krimp wat de tandarts de opmerking ontlokt dat hij moedig is omdat hij een man is. Uh? Als mannen kinderen hadden moeten baren dan was de mensheid allang uitgestorven, eikel! 

De dame naast ons heeft nergens last van; zij spuugt en rochelt vrolijk voordat ze haar nieuwe kunstgebit in doet en toont hoe ze het kan laten klapperen.

Vlak voor het slapengaan vind ik mijn kroost terug voor de badkamerspiegel terwijl ze poetsen alsof hun leven er van afhangt. Ha, heeft het toch nog wat opgeleverd! 

dinsdag 15 april 2014

Verjaardag



Mijn kroost wordt nog niet gehinderd door maatschappelijk correct gedrag. Toen wij in Belgrado  kwamen wonen stelden ze voortdurend misplaatste vragen. "Waarom rookt iedereen hier"? Als je een bomvol café binnenkomt met cliëntele louter bestaand uit kaalhoofdige heren in camouflagepak. Of, na nauwkeurige bestudering van een langbenige dame in een hele kleine lift, "Is die mevrouw haar rok vergeten aan te trekken"? Ik ben heel blij dat geen hond ons verstaat hier en dat we dus onbeperkt kunnen kletsen over de rest van de wereld.

Na een paar weken verbazing maakte zoonlief de bovenstaande tekening. Het is een voorspelling hoe mijn wederhelft eruit ziet na 4 jaar Servië. Hij is ongeschoren, heeft een sigaret tussen zijn lippen, een biertje in zijn hand en een heleboel rimpels. De buik moesten we erbij denken. Het is een akelig correct beeld want wederhelft heeft zijn alcoholconsumptie en rookgedrag inderdaad aangepast aan de lokale gewoonten en gebruiken. Sterker nog, hij is meer geassimileerd dan ik. Roekeloos dendert hij door het verkeer en netwerkt hij zich een slag in de rondte.

Gelukkig zijn een aantal zaken gelijk gebleven. Nog steeds vindt hij overal ter wereld de weg zonder het te vragen en heeft hij tenminste één 'project' lopen; een eufemisme voor een wielvoertuig dat heel was toen hij het aanschafte maar nu al maanddenlang in hoofdgroepen uiteen ligt. Daarover hebben we strakke afspraken gemaakt want als het aan hem ligt dan had hij zijn complete wagen- en motorpark van de afgelopen 24 jaar aangehouden. De regel is dat als er nieuwe wielen worden aangeschaft er een gelijk aantal (gemotoriseerde) wielen uitgaan. 

Vandaag wordt hij 48 en dat betekent dat hij al zijn halve leven zit opgescheept met een ietwat wereldvreemde en onhandige dame die heur haarkleur alle eer aan doet. Zo belde ze onlangs vanuit Breda naar Belgrado om hem de weg te vragen in zijn voormalige woonplaats (geen grap, echt gebeurd). Gisteren nog vond ze een heel handig schakelaartje in de auto (waarin ze al 9 jaar lang in rijdt) dat de spiegels automatisch laat inklappen; geen wonder dat het altijd zo moeizaam ging met de hand. 

Dat ons kroost nog steeds misplaatste vragen kan stellen bleek toen we zijn verjaardag bespraken:

"Mamma, was pappa nog knap toen jij hem leerde kennen?"


Hartelijk gefeliciteerd schat!

zondag 23 maart 2014

Verkiezingen


Ook hier hebben deze week verkiezingen plaatsgevonden, geen gemeentelijke maar echte landelijke. In tegenstelling tot Nederland heeft de grootste centrumrechtse partij nog meer zetels gewonnen en zijn de liberalen en nationalistische partijen weggestemd. De eerste tekenen zijn gunstig, het pad naar de EU toetreding wordt voortgezet en er vinden geen overhaaste reacties plaats naar aanleiding van de inname van de Krim (dat wordt hier nauwlettend gevolgd vanwege Kosovo: een Servische provincie vinden ze hier). Als klap op de vuurpijl is er een hele grote drugsbaas gearresteerd die de afgelopen jaren ongestoord zijn gang kon gaan.

Als ik dat deel met een aantal Serviërs om mij heen word ik hartelijk uitgelachen om zoveel naïviteit. Ze hebben natuurlijk gelijk want de onderliggende gewoonten en gebruiken zijn in het geheel niet veranderd.

Zo wordt het hier als zeer wenselijk en volstrekt normaal gezien om vrienden en familie mee laten profiteren van eigen gewin. De baantjesjagers staan in de rij nu de kaarten in de politiek weer zijn geschud. Dat gaat niet alleen om bestuurlijke topfuncties (zoals bv de directeur van de nationale bank) maar ook om de baas van het plaatselijke zwembad. Relaties gaan boven professionaliteit. Het gevolg is een verschrikkelijke verwaarlozing van talent en een lachwekkende hoeveelheid bureaucratie. De nieuwe Steve Jobs komt hier niet verder dan zijn garage.

Maar laten we eerlijk zijn, het is niet alleen een ver-van-mijn-bed show; in Nederland had een directeur van een woningbouwvereniging een Maserati als auto van de zaak en zet het electoraat van een Limburgs stadje een corrupte politicus weer op het pluche. Tsja, ik had het natuurlijk kunnen weten als antropoloog:

"Culture eats (political) strategy for breakfast".

dinsdag 4 maart 2014

Carnaval


Toen ik op mijn 18e het huis uit ging, had dat een zeer prettige bijvangst: Ik hoefde nooit meer carnaval te vieren. Vrijwel mijn gehele jeugd heb ik doorgebracht onder de grote rivieren in plaatsen als Lampegat en Kruikenstad. Uit mijn kinderjaren heb ik nog positieve herinneringen aan het verkleedfeestje. Mijn moeder zette een kleurrijk clownspak in elkaar, ik werd geschminkt en er was een mooie optocht waar veel snoep werd uitgedeeld; er zijn ergere jeugdherinneringen.

Dat veranderde toen ik de puberleeftijd bereikte en, op eigen verzoek, in een miniscuul tule rokje en netpanties werd gehesen. Het carnavalfeest van dat jaar is het initiatieritueel naar volwassenheid geweest. Verschrikkelijk bleu viel ik ten prooi aan allerlei ladderzatte naar zweet, bier en shoarma ruikende zatlappen. Gelukkig had ik mijn jongere maar flinkere zus bij me. Zij schroomde niet om de heren in kwestie een stevige knietje of lel te geven. De enige regel die ik meekreeg van mijn ouders was 'samen uit, samen thuis', verder waren we vrij om te doen en laten wat we wilden inclusief het nuttigen van te grote hoeveelheden alcohol. Wat bezielde mijn ouders? Ik moet er werkelijk niet aan denken dat dochterlief over een paar jaar belaagd wordt door een stel feestvierende drankorgels. Gelukkig wordt er nu een stuk moeilijker gedaan over het nuttigen van hectoliters bessenjenever op 15 jarige leeftijd. Daarnaast kan ze gelukkig stevig van zich afbijten en heeft palief zijn windbuks al klaarstaan voor ongewenst herengezelschap. 

Je zou denken dat een Orthodox Christelijk land een veilig heenkomen biedt tegen de carnavalsellende. Helaas heeft Servië een katholiek buurland waar het feestje ook wordt gevierd. De van daar afkomstige collega van wederhelft vond het wel een aardig idee om het ook in Belgrado te organiseren. Op welgemeend advies van mijn kinderen verkleedde ik me als heks: daar hoefde ik namelijk niet zoveel voor te doen.. 

Het ging er gelukkig een stuk beschaafder aan toe dan 30 jaar geleden. Iedereen had zich keurig verkleed (geen minirokken en ook geen als maandverband omgetoverde heren) behalve de Chinezen: die stonden in totale verbijstering aan de zijlijn foto's te maken. De rijzige ietwat strenge Duitser als bijziende monnik, zijn sjieke echtgenote onherkenbaar in een kleurrijk veel te groot clownspak, de keurige Engelsman in een gewaagde combinatie van imker en astronaut. Toch was het niet de verkleedpartij die me het meest verwonderde maar het feit dat weldenkende en beschaafde volwassenen zich naar hun kleding gaan gedragen. Zo speelden een aantal heren luidruchtig soldaatje met plastic zwaardjes en kregen een paar dames de kans om zich, zonder sociale uitsluiting, onbeperkt nuffig en/of vrijpostig te gedragen.

De volgende receptie, als deze militairen weer in hun echte ceremoniële pakken zijn gekleed en ik me wezenloos verveel bij een saaie toespraak, dan denk ik even terug aan dat beeld.

zondag 23 februari 2014

Wake-up-call



Het is weer zover, ik mag naar de gevangenis. Daar zie ik altijd naar uit. Dat klinkt verschrikkelijk maar voor mij is het een 'wake-up-call' uit de gouden kooi. Veel bezoek krijgen 'onze jongens' niet dus we worden altijd met open armen ontvangen. Inmiddels begint er een patroon te ontstaan. De eerste keer dat we de gedetineerden bezoeken zijn ze zonder uitzondering in heftige ontkenning. Ze hebben, echt waar, helemaal niets gedaan en zijn erin geluisd door slechte kompanen. Daarna volgt de berusting, gaan ze in de overlevingsmodus en proberen ze zo snel mogelijk naar Nederland overgeplaatst te worden. 

Het gevangenisleven stimuleert de overtreffende trap van ongewenst gedrag dat ik bij mijn kroost zie.
De snoeptrommel leeg eten en glashard beweren dat het 1 van de huisdieren was of het onmiddelijk melden als broer/zuslief iets heeft gedaan dat niet door de beugel kan. Een voorbeeld: Gedetineerden ontvangen met enige regelmaat een pakket. Als ze dat uitpakken doemen er verschillende bewakers op die ook graag een deel van de buit willen. Tocht lukt het 1 vingervlugge zwaar getatoeëerde boef om razendsnel een pakje paracetamol veilig te stellen en zelfs naar mij te knipogen zonder dat de omringende bewakers het zien. 

Een meer sinistere variant is het ontzeggen van basisbehoeften zoals een fatsoenlijke plek om te slapen en voldoende eten. Zeer consistent zijn de verhalen over half afgebakken brood, rauwe aardappelen en rondhuppelende kakkerlakken en muizen. Zonder uitzondering verliezen de heren een fors deel van hun lichaamsgewicht en de geestelijke gesteldheid wordt er ook niet direct beter op. Hoewel wij er primair zijn om de 'detentieschade' te beperken en hun zelfinzich te vergroten, vrees ik het ergste als ze na jaren 'Balkan Bajes' weer de 'normale' wereld in moeten.

Eenmaal thuisgekomen kan ik de twee werelden nauwelijks lijmen. Ik zie gewoonweg teveel dikke BMW's, rolexen en botoxhoofden. Het lukt me niet om naar een mede-moeder te luisteren die klaagt dat de pianoles, het basketbal, de toneelles en het paardrijden van haar zoon niet te combineren zijn. Als ze vraagt wat ik vandaag gedaan heb en ik naar eerlijkheid antwoord, kijkt ze me verbijsterd aan en begint over wat anders. Het moet tenslotte wel gezellig blijven.  





zondag 2 februari 2014

Museum


Afgelopen lente vroegen kort na elkaar een paar bekenden uit Belgrado wat ik van het nieuwe Rijksmuseum vond. Terwijl ik dacht dat het nog een verlaten bouwput was door een wat hoog opgelopen discussie over een fietstunnel, bleken zij speciaal daarvoor naar Amsterdam te zijn gevlogen. Als rechtgeaarde cultuurbarbaar probeer ik musea altijd zoveel mogelijk te mijden. Een natuurhistorisch museum gaat nog net maar (hedendaagse) kunst is echt niet aan mij besteed. Omdat ik mijn nageslacht niet wil belasten met mijn eigenaardigheden besloot ik samen met hen te gaan. Dat viel niet tegen. Het gebouw is prachtig gerenoveerd en deels in oude luister hersteld. Tot mijn stomme verbazing was de collectie bijna aanraakbaar. Het kroost stond dan ook met hun neus tegen de Nachtwacht zonder geëlektrocuteerd te worden, de suppoost een tiental meters verder. Na 3(!) uur vertrokken we en daarmee was het op afstand de langste tijd die we in een museum hebben doorgebracht.  

2 maanden daarna besloot ik een bezoek te wagen aan het Nationale Museum van Servië. Niet helemaal uit vrije wil maar vooral omdat het regende en mijn bezoek alle andere binnen activiteiten al bezocht had. Zelfverzekerd liep ik op de grote statige hoofdingang af, midden op het centrale plein in de stad. Daar werd ik vriendelijk doorverwezen naar een onooglijke zij-ingang. We kwamen binnen in een slechtverlichte zaal met een ouderwets loket. 1 van de 4 suppoosten stond me te woord: Ja, dit was inderdaad het museum maar wegens verbouwing was niet de gehele collectie zichtbaar. Wel hadden ze een tentoonstelling van oud-Macedonische beelden. Voor 100 dinar de man (= 90 ct) konden we al dit moois zien. Als enige bezoekers liepen we de zaal in. Het leek een conferentiezaal omdat er in het midden een veertigtal stoelen stonden opgesteld richting een groot scherm. Dat was het helaas niet: deze ene zaal was het museum. Nadere inspectie leerde dat er inderdaad een aantal schilderijen in het duister verscholen hing. In een slakkengang volgen we deze afbeeldingen van met name landschappen tot we aankwamen bij de Macedonische beelden die klaar stonden voor transport. Weer mis, dit was de expositie! Helaas was alle toelichting in het Cyrillisch en hoewel het aantal suppoosten het aantal bezoekers overtrof konden ze ons niet te woord staan in een andere taal dan Servisch.

Na 15 minuten stonden we weer buiten, een illusie armer en een ervaring rijker.