zondag 27 mei 2012

Wachten


Ondanks dat mijn stukjes anders doen vermoeden, heb ik meestal niet zo'n heel spannend leven in Belgrado. Zo heb ik bijvoorbeeld alle uitgestelde klussen met betrekking tot werk, huis en kinderen kunnen doen de afgelopen week omdat het vrijwel zonder onderbreking heeft geregend. Ik wacht dus nu op droog weer zodat ik in ieder geval mijn opgekropte frustratie eruit kan rennen (ja, je kunt inderdaad ook hardlopen als het pijpenstelen regent maar dat doen alleen broodrenners of soldaten en ik ambieer geen van beide loopbanen). 

Frustratie is er genoeg want ik wacht niet alleen op het zonnetje. Integendeel, ik verspil een niet onaanzienlijk deel van mijn tijd aan wachten. Dat heeft een aantal redenen waarvan een belangrijke het verkeer is. De verkeersaders naar de binnenstad zijn permanent volgestouwd met vierwielers. Daarbij hanteert de stedelijke verkeersdienst een systeem waarbij de middelste van de vijf rijstroken kan wisselen van richting. De ene keer heb je dus drie rijstroken en de andere keer twee. Een levensgevaarlijke oplossing als je routineus 'jouw' weghelft opdraait en je er met luid geclaxonneer door een tegenligger vanaf wordt gejaagd. Wat ook erg helpt is dat de drukste kant altijd maar twee rijstroken heeft en de rustige drie. De tijd die het duurt om de stad in of uit te rijden varieert dus van tien minuten tot ruim een half uur. 

Een andere nationale sport is het wachten in de rij voor de bus, kassa of postkantoor. Vooral de overheidsloketten spannen de kroon. Ik zie regelmatig Oostblok-achtige rijen waar mensen urenlang geduldig staan te wachten. Voor degenen zonder de juiste contacten is het waarschijnlijk de enige manier om hun pensioen/salaris uitbetaald te krijgen of een vergunning te regelen. Ook de kassa's in de supermarkten zijn verre van efficiënt. Dat ligt niet aan de kassa dames maar aan het feit dat de helft van het koopwaar niet te traceren is en ze bij ieder foutje genadeloos worden afgerekend door één van de vele baasjes die er rondlopen. Het idee dat mensen productiever en gelukkiger worden in hun werk als je hen meer autonomie geeft en aanspreekt op hun professionaliteit is hier helaas nog niet doorgedrongen. 
Maar de absolute top in de zaken waarop ik moet wachten heeft niets te maken met Servië. Het heeft helaas alles te maken met het ontbreken van enig didactisch talent. Het is, inderdaad, mijn kroost. Jaren van mijn leven heb ik gewacht tot ze klaar waren met eten, tanden poetsen, opruimen, aan- en uitkleden etc etc. Iedere dag herhaalt zich hetzelfde ritueel rond opstaan, ontbijten, huiswerk maken en naar bed gaan. Natuurlijk heb ik al verschillende malen geprobeerd om het tij te keren. Ze hebben allebei een wekker en een horloge en weten feilloos dat hen om vuer uur een ijsje is beloofd. Dat hun kamer op dat tijdstip ook moet zijn opgeruimd, zijn ze gemakshalve vergeten. Vanzelfsprekend ben ik er ook wel eens zonder hen vandoor gegaan op het afgesproken tijdstip maar natuurlijk weten ze dat ik toch om de hoek sta te wachten. Kinderen zijn vele malen slimmer en zelfredzamer dan ouders denken. Vanuit verschillende kanten wordt mij verzekerd dat het allemaal gaat goedkomen maar ondertussen had ik een wereldreis kunnen maken of een universitaire studie kunnen afronden in die tijd die ik op hen heb gewacht. Tips om of de wachttijd te bekorten of de tijd beter te besteden zijn dus van harte welkom. Suggesties om meer "zen" te zijn en me niet te irriteren horen daar niet bij,  dat heb ik al vele malen zonder enig succes geprobeerd.

Spring fair


Kent u Fred Oster nog? Heel lang geleden presenteerde hij AVRO's weekend kwis. Het spannendste onderdeel hiervan was de marmottenrace. De voorzitter van de Nederlandse fokvereniging van marmotten (ik maak geen grap) bracht een aantal naar beroemdheden vernoemde marmotten ten tonele. Vervolgens kozen de kwisdeelnemers er één en die liep in een uitvergrote sjoelbak met hindernissen naar de poortjes aan het andere kant voor een prijs. Met programma's als Oh oh Cherso of Spuiten & Slikken in het achterhoofd is het nauwelijks voor te stellen dat de Nederlandse bevolking dit vermaak massaal en met veel plezier bekeek. 
De kwis was de inspiratiebron voor de jaarlijkse spring fair van de school. De fair bestaat uit verschillende landenkraampjes met grote hoeveelheden eten en spelletjes uit het land van herkomst. Omdat ouders en kinderen natuurlijk niet zitten te wachten op het huidige grove of halfnaakte Nederlandse vermaak was de marmotten race een geweldig idee. 
De twee Nederlandse heren stortten zich op de bouw en binnen twee middagen stond er een perfect uitziende baan. Aan mij de eer om er ook marmotten voor te vinden. Heel Belgrado afgezocht en alle knaagdieren van konijnen tot chinchilla's gezien behalve, inderdaad, marmotten. Gelukkig kregen we een drietal hamsters aangeboden door een behulpzame ouder. Voorwaarde was wel dat hij ze niet meer terug wilde zien. 
Op de grote dag togen we met honderden stroopwafels, racebaan en drie hamsters naar de fair. Het werd een instanthit. In rijen verdrongen zowel kinderen als volwassenen zich om hun hamster (vernoemd naar een juf of meester) de baan door te juichen. Vals spel werd niet geschuwd. Met boontjes en wortels probeerden ze de hamsters in de vooruitstand te krijgen. Dat was ook wel nodig want erg hard gingen ze niet. De eerste ritjes verliepen geweldig maar dat kwam waarschijnlijk omdat de arme beestjes al heel lang niets meer hadden gegeten. Naarmate de hoeveelheid voedsel in hun wangen toenam, verdween het animo om nog maar één poot te verzetten. Wat ook niet hielp was het feit dat het eigenlijk nachtdieren zijn. Desondanks was het een groot succes; één jongetje liet de beestjes meer dan tien keer voor hem lopen. Ik vrees dat wij hem definitief op het slechte pad hebben gebracht en dat hij over een aantal jaar te vinden is in het casino of bij een pitbullgevecht.. 
De kinderen vermaakten zich ook opperbest bij de overige landen. De combinatie van sushi, stroopwafels en hotdogs deed het goed en het nep ijshockey (Canada), handboogschieten (Hongarije) en basketbal (USA) ook. Op het eind van de dag waren niet alleen de hamsters doodmoe.
Helaas hadden we nog geen nieuwe eigenaar gevonden voor de beestje en dus streek ik over mijn hart. Er staat nu een grote kooi in de kamer van dochterlief waar ze in zijn te bewonderen. Daar moet u zich niet al te veel bij voorstellen; ze slapen overdag, houden s'nachts iedereen uit hun slaap en veroorzaken meer troep dan onze twee andere huisdieren (ik doel op de katten niet op de koters). De katten hebben overigens een hele bijzondere belangstelling voor hun nieuwe huisgenoten. Gisteren trof ik er één aan met zijn neus tegen de tralies van de kooi. Aan de andere kant snuffelde een zeer naïeve en nieuwsgierige hamster. 

Koninginnedag


Ook koninginnedag gevierd? Vrijmarkt bezocht, dronken geworden en slecht bereid voedsel gegeten? Dat is in ieder geval de samenvatting van mijn koninginnedagen totnogtoe. Ik heb natuurlijk even op de wereldomroep gekeken naar de koninginnedag uitzending. Het is licht vervreemdend om een aantal niet meer zo nuchtere oranje uitgedoste festivalgangers te aanschouwen en nog geen twee minuten later een kroonprins die een oranje toiletpot wegslingert. Als u niet serieus wordt genomen in het buitenland dan weet u waarom. 
Hier hebben we uit alle macht geprobeerd dat beeld te kantelen en Nederland wat positiever op de kaart te zetten. Het is een goed gebruik dat ‘tout’ diplomatiek Belgrado alsmede een aantal belangrijke overheidsvertegenwoordigers worden uitgenodigd op de residentie voor een receptie. (Voor de niet ingewijden: residentie= aardig optrekje waar ambassadeur woont en dat ook gebruikt wordt voor representatieve doeleinden). Mijn wederhelft hees zich dus in zijn gala uniform. Om u een beeld te geven: dat ziet eruit als een chique variant op het uniform van de muziekvereniging van een doorsnee Brabants dorp. Het wordt namelijk versierd met een enorm roodgouden gevlochten koord met twee hondenfluitjes aan het einde.
Bij de residentie was de rode loper uitgerold en liepen een aantal heren met "oortjes" zenuwachtig rond. De tuin stond vol met tulpen en het was 24 graden, een perfecte entree dus. 
Toen de eerste gasten arriveerden begon het grote handenschudden. Nu zijn wederhelft en ik nooit getrouwd omdat we niet veel hebben met de rituelen rond het huwelijk maar dat hebben we ruimschoots ingehaald. In totaal hebben we meer dan vijfhonderd handen geschud voorzien van een vriendelijke lach en een paar aardige woorden. Leuk om te kijken wie er dan allemaal voorbijkomt. Een aantal hoogwaardigheidsbekleders werd afgewisseld door een groep roodverbrande studenten op studiereis in de Balkan. Ook kwam een groot deel van de Nederlandse gemeenschap voorbij. Die pik je er heel makkelijk uit: blond, informeel gekleed en een bepaalde losheid in hun gedrag die mensen buiten Nederland doorgaans minder waarderen. Na anderhalf uur werden we verlost toen de belangrijkste overheidsvertegenwoordiger binnenkwam en de ambassadeur een korte toespraak hield. Beide volksliederen werden aangeheven en de Koningin kreeg driemaal "hoera" toegeroepen. Daarna kon het echte feest beginnen. 
Natuurlijk was er gezorgd voor Nederlandse hapjes in de vorm van haring, bitterballen en stroopwafels. Met die laatste lekkernij kun je overal ter wereld een handeltje beginnen maar dat geldt zeker niet voor de haring en bitterballen. Die vallen in dezelfde categorie als de soep met oogballen uit een duister Oost-Europees land. Een aantal gasten was helaas niet op de hoogte van onze eetgewoonten. Dat leverde vermakelijke taferelen op want een bitterbal vereist enige kundigheid bij het eten. Ik heb zelden een grotere blik van afkeuring en walging gezien dan bij de Brit die naar bitterbal keek alsof hij een bolletje pus in zijn handen had. Hij vond het niet alleen heel erg onsmakelijk maar had ook nog zijn mond gebrand en vieze handen. Om het gesprek niet te laten vastlopen na dit onfortuinlijke incident vroeg ik aan hem waar hij woonde in Engeland en of hij nog een woning had aangehouden gedurende zijn buitenlandse verblijf. Dat had hij, al vierhonderd jaar. Zijn gezin bleek nog in de
‘family farm’ te wonen die door een verre voorvader en afstammeling van Edward de zoveelste was gesticht. Tja, hoe ga je dan uitleggen wat een Vinex is en waarom je daar in hemelsnaam een huis zou willen hebben. 
Al met al werd het een interessant feestje. Ik had me voorgenomen om me te laten informeren over de politieke en economische toestand in Servië.  Begin mei zijn hier verkiezingen en ik vroeg me af hoe daar tegenaan gekeken wordt. De gesprekken waren helaas niet vrolijk makend. Met name de Serviërs waren ronduit cynisch over de ontwikkelingen en zagen weinig vooruitgang en een welig tierende corruptie. Iedere spat aan ondernemerschap werd volgens hen afgestraft door een overheidsfunctionaris die daar ook een graantje van mee wilde pikken. En wat doe je als alle initiatief gesmoord wordt en je moet betalen voor iedere minieme "overtreding"? Drinken dus! Ik heb de Nederlandse vrijmarkt niet gemist. 

Blunder


Zoals de meesten van u wel weten ben ik geen held in koetjes en kalfjes. Ik kijk graag de kat uit de boom bij gelegenheden waarbij ik weinig tot geen mensen ken. Ik heb geen bijzondere voorliefde voor recepties, chique feestjes en andere formele gelegenheden. Na ruim veertig jaar ben ik eindelijk zover dat ik mezelf voorstel en een aantal standaard openingszinnen beheers. 

Soms zijn de goden me echter niet gunstig gezind en bega ik zelfs daarin de meest verschrikkelijke blunders. Zo schrik ik s'nachts nog wel eens wakker van mijn acte de presence op een huwelijk van een collega van mijn wederhelft. Dat was een nogal formele setting waarbij de gasten eerst de beider families en het huwelijkspaar mochten feliciteren. Koud vijf minuten binnen zei ik tegen de wat oudere heer naast de bruidegom: "en u bent zeker de vader"? Dat was hij helaas niet. Het was niet alleen de iets oudere broer van de bruidegom, de vader van hen beiden was een half jaar daarvoor overleden. Dat had mijn wederhelft me nota bene nog ingeprent een paar dagen daarvoor. Kent u dat gevoel dat u het liefst een gat in de grond had willen zagen, om er vervolgens in te zakken en nooit meer uit te komen? 
Gisteravond had ik een soortgelijke ervaring. Wederhelft en ik waren uitgenodigd op een diner van een diplomatenclub. In mijn mooiste jurk en mijn haar in de krul togen we naar een chique hotel. Bij aankomst werden verwelkomd door de gastheren die ik vriendelijk de hand schudde. Naast mij stond nog een heer die ik ook enthousiast een hand gaf. Ik zag hem aarzelen maar overdonderd door mijn initiatief stak hij zijn hand uit. Te laat realiseerde ik me dat het een diplomaat was uit een streng islamitisch land die normaliter alleen heren op een dergelijke manier begroet. Degenen die getuige waren van mijn blunder konden het overigens wel waarderen dat ik de culturele barrières op deze manier slechtte. 

De rest van de avond wist ik uitglijders te voorkomen door het alleen over het weer, kinderen en Belgrado te hebben. Maar eigenlijk wil ik natuurlijk vragen stellen over de drie verboden onderwerpen: politiek, religie en sex. Ik zou zo graag eens willen weten of die islamitische meneer werkelijk denkt dat de wereld er beter van wordt als je vrouwen buitensluit in het publieke leven en hoe bevalt het eigenlijk, een leven in een zondige stad zoals Belgrado? Nu we toch op dreef zijn; klopt het dat homoseksualiteit meer voorkomt in conservatief religieuze samenlevingen? 
Maar goed, ik begrijp ook wel dat dit soort vragen me waarschijnlijk een enkeltje Nederland oplevert. Zelfs redelijk onschuldige zaken zitten gauw op het randje. Zo zou ik best willen weten hoe de Aziatische mevrouw die nauwelijks Engels en Servisch spreekt zich 4 jaar lang redt in Belgrado. 
Tijdens de lange deels onverstaanbare speech heb ik eens goed rondgekeken. Alle heren op één na waren in donkergrijs pak: erg saai dus. Ik ontdekte wel een aantal markante koppen. Peter Sellers was aanwezig in de vorm van een zeer gelijkende heer die ook heel voorkomend en een tikkeltje onhandig was. John Cleese was van de partij en ik zag zelfs een glimp van Patsy uit 'Absolutely Fabulous'. Als je zo gaat kijken dan krijgt zo'n feestje ineens een hele andere dimensie. Wat deed Kuifje bijvoorbeeld met de moeder van Pamela Anderson? 
De dames waren interessanter om te zien. Op basis van kleding waren ze makkelijk naar regio in te delen. Eenvoud en degelijkheid voor de noordelijke landen, sjiek voor Zuid-Europa en veel bling-bling voor het Oosten. Er was één uitzondering op de Noordelijke degelijkheid: Een lange blonde dame op stiletto's in een zeer strak rokje met dito glittertopje. Zij stond als eerste met een cocktail op de dansvloer en schroomde niet om mensen stevig te omhelzen of beet te pakken. De meneer die tegen zijn zin mijn hand had geschud was de hele avond zorgvuldig bezig om haar te ontwijken. Dat lukte tot kort voor het einde van de avond, toen botsten ze per ongeluk met de ruggen tegen elkaar aan. De blikken die vervolgens werden uitgewisseld zal ik niet snel vergeten.
Binnenkort is het onze nationale feestdag en dat betekent dat de Nederlandse vertegenwoordiging een partijtje geeft waar duizend man voor zijn uitgenodigd. In plaats van vrolijke vrijmarkten en liederlijk door alcohol bezwangerd optreden, zal ik ik me dit jaar richten op het schudden van al die handjes en niet aanstootgevend gedrag. 
Wordt vervolgd dus.....

Onverwachte ontmoeting


Ooit woonden wij in hartje Den Haag vlak achter paleis Noordeinde. Onze straat telde een doktersgezin met vier dochters, een glamourfotograaf in zijn tweede huwelijk, een echtpaar (met dochtertje) dat danste bij een internationaal vermaard gezelschap en een ongetrouwd stel waarvan de man militair was en de vrouw werkend voor een club wereldverbeteraars. Iets verderop lag een chique bordeel met daar tegenover een strategisch gepositioneerd filiaal van Christine le Duc. Om de hoek woonde de moeder van de buurt, Wiep genaamd, die alles in de gaten hield en de huisdieren en planten verzorgde als de buurtbewoners op vakantie waren. 
Het huis waarin we woonden was een totale bouwval toen we het kochten. Er was geen badkamer, geen functionerende keuken en de houtrot zat in de draagbalken. De verbouwing ondernamen we zelf: Ik deed de koffie en wederhelft de rest. Dat duurde zoals iedere verbouwing tweemaal zo lang als gepland en dus hadden we gedurende enkele weken geen verwarming. Het dieptepunt deed zich voor toen ik, behoorlijk zwanger van onze eerste, op een vrijdagmiddag de toiletpot in de woonkamer vond en me realiseerde dat we zelfs beroofd waren van de mogelijkheid om onze fundamentele behoeften te doen. Uiteindelijk kwam het goed en in de vijf jaar dat we er woonden, zetten we twee koters op de wereld. Helaas was het huis daar niet op gebouwd. We sliepen in een kleine enkelwandige aanbouw waar het in de winter ook binnen vroor. Een leuke plek voor Siberische kindertjes maar niet voor onze verwende Nederlandse bloedjes. Koppig hebben we het toch nog geruime tijd volgehouden: het was immers een geweldige locatie en het contact met de buurtbewoners was prima. In de zomer werd er een buurt BBQ georganiseerd, vaak hadden we spontaan een borreltje en de kinderen (en wederhelft) beschoten elkaar met waterkanonnen over de muren van de aangrenzende tuinen. Met name het contact met onze dansende buren was innig en hartelijk. Zij woonden in een prachtig veel te groot huis waar ze een balletstudio in hadden laten bouwen. Met pijn in het hart namen we afscheid toen we verhuisden naar de Vinex. We zijn nog twee keer terug geweest maar daarna verloren we de buurt en haar bewoners definitief uit het oog. 
Tot vorige week. Door een geweldig toeval deed het dansgezelschap Belgrado aan. Onze ex-buren waren daar inmiddels de hofchoreografen. Wederhelft wist niet alleen kaarten te bemachtigen voor de voorstelling zelf, maar ook voor een diner en 'afterparty'. Aldus togen wij naar een chique restaurant in de stad. De blik in de ogen van onze oude buren zal ik niet snel vergeten. 'flabbergasted' is de beste omschrijving. Het duurde enige seconden voor ze ons konden plaatsen en daarna was het alsof we elkaar vorige week nog hadden gezien. Zij woonden nog steeds in hun enorme huis maar sinds ons vertrek was de straat verworden tot wat onze buurman omschreef als 'divorce alley'. De dokter was na twintig jaar gescheiden van zijn vrouw en had zijn praktijk en dochters verplaatst naar een ander deel van de stad, de glamourfotograaf was aan zijn derde huwelijk begonnen en Wiep lag na twee hersenbloedingen in een verpleeghuis. Alleen het bordeel en de sexshop hadden de tand des tijds ongeschonden overleefd. 
Ons verging het die avond beter. We hadden eerst een prachtige balletvoorstelling en hebben daarna eindeloos doorgeborreld met een deel van het balletgezelschap. Die leiden natuurlijk een geheel ander leven dan mensen zonder enige vorm van artistiek talent. Gelukkig waren ze ook wars van oppervlakkig geneuzel over koetjes en kalfjes. De beste formule voor een topavond dus; veel wijn en goede gesprekken. 

Stefan Braun


Volgens de Lonely Planet staat Belgrado hoog genoteerd in de top tien van party steden. Op het eerste oog is dat niet erg voor de hand liggend want Servië is niet rijk en nog steeds behoorlijk internationaal geïsoleerd. 

Dat zegt dus niets. Op iedere paar huizen bevindt zich een (koffie)bar en ook restaurants heb je te over. Volgens ingewijden zijn er ook veel nachtclubs en discotheken, van alternatief tot het 'golddiggers' circuit. Dat laatste moet ik misschien even toelichten: In Belgrado loopt een groot aantal vrouwen rond die er buitenaards mooi uitzien. Dat buitenaards kun je vrij letterlijk nemen want in de meeste gevallen is er flink aan gesleuteld. Naast stapstad is Belgrado ook vermaard om z'n goedkope cosmetische ingrepen. Het stikt er dus van de nepborsten, -neuzen, opgetrokken oogleden etc. Een fors aantal van deze dames wordt vergezeld van een zeer bemiddelde, meestal veel oudere heer. Tot grote vreugde van mijn wederhelft doen diplomaten het ook goed bij hen. Al menig keer heeft hij op een terras zijn nek verrekt door deze flanerende lellebelletjes. 
De komst van een goede vriendin was aanleiding om zelf maar eens een uitstapje te wagen in het Servische nachtleven. De eerste stop was een trendy Italiaans restaurant gelegen aan een onheilspellende, verlaten kade langs de Donau. Eenmaal binnen wachtte ons een aangename verrassing. Lekker Italiaans eten, een niet rokers gedeelte en een vriendelijke bediening. Dat laatste is geen vanzelfsprekendheid. Het serverend personeel is niet zo schofterig als in Nederland waar je nog net niet op je knieën hoeft voor een biertje, maar het loopt meestal ook niet over van vriendelijkheid. Daarnaast is een rookverbod in Servië nog heel ver weg dus meestal eet of drink je in de walm van je buurman. 
Toen we een goede bodem in onze magen hadden gelegd werd het tijd voor het zwaardere werk. Helaas was het nog vroeg, namelijk half twaalf, en dat is hier kennelijk de tijd dat alleen wereldvreemde buitenlanders gaan stappen. Bij een naburige discotheek werden we vriendelijk uitgelachen met de mededeling dat we over twee uur nog maar eens terug moesten komen. Gelukkig waren we niet voor één gat te vangen. Op advies van een collega van mijn wederhelft togen we naar hotel Joegoslavië; een enorm Oostblok kolos in sfeerloos gedeelte van Nieuw Belgrado waar een mooi casino en mooie dames zouden zijn. Omdat de vrouwelijke helft van het gezelschap geen valse concurrentie wenste van dames wiens benen tot net onder mijn decolleté komen, verlegden we ons uitgaanspad naar de splavs iets verderop. Voor de niet ingewijden: splavs zijn op de Donau en Sava drijvende nachtclubs of restaurants. Ook daar was het veel te vroeg en als last resort vertrokken we naar Stephan Braun. Inderdaad, een vreemde naam voor een discotheek en het was “by far” de meest merkwaardigste uitgaansgelegenheid die ik ooit heb bezocht. We werden afgezet voor een hoog, grauw uitziend kantoorgebouw. Daar werden we verwelkomd door een paar nors uitziende types die ons door een metaaldetector loosden. Vervolgens stapten we de lift in en bonkte er via de liftschacht al een enorme basdreun ons tegemoet. Toen de deur op de bovenste verdieping werd opengedaan verging ons het horen en zien. De ruimte werd gevuld door een onwaarschijnlijke herrie, muziek is teveel gezegd (in ieder geval voor iemand wiens muziekkennis is opgehouden bij ABBA). 

Eenmaal binnen communiceerden we louter in gebarentaal maar het was ook duidelijk niet de bedoeling een goed gesprek te voeren, er was immers genoeg te zien. Aan het plafond waren buizen bevestigd waar een aantal dames in zeer korte rokjes aan hingen die het gezelschap opzweepte. Daarnaast produceerde een stroboscoop wat gezellig sfeerlicht en had het aanwezige personeel een scheidsrechtersfluitje of vuvuzela om de decibellen nog wat op te voeren. Het aanwezige publiek was "half our age" en had "twice the energy" Ik bedwong een opwelling om heel hard weg te rennen en dronk mijzelf wat moed in met een onbekend maar zeer aangenaam drankje. Na een half uurtje hoste ik zowaar ook mee (nee, niet op de bar maar netjes in een hoekje). Tegen het ochtendgloren gingen we halfblind en met tuitende oren weer huiswaarts. 
De volgende ochtend was zwaar, heel zwaar…

Lente


God, wat heb ik een hekel aan vliegen en andere vormen van collectief vervoer. Het is dat ik geen keuze had tijdens mijn verblijf in Nederland maar anders....
De ellende begon al bij het boeken van de vlucht. Door een onduidelijk boekingsprogramma met overal opschietende reclame en andere niet ter zake doende zaken, kom ik er aan het eind achter dat mij een aanzienlijke korting door de neus is geboord. Geen man overboord, we bellen gewoon even de helpdesk. Helaas wordt die bemand door dames die maar één opdracht hebben gekregen en dat is het de klant zo moeilijk maken. Ze zijn niet in staat om het aan te passen, ik moet een formulier via de website invullen dat vervolgens door de klachtenafdeling binnen zes(!) weken wordt behandeld. Waarom heb je dan een helpdesk zult u zich afvragen. Da's heel simpel, die kost namelijk een behoorlijk bedrag per minuut dus is niets minder dan een leuke melkkoe voor de lowcost carrier in kwestie. 
Tot overmaat van ramp beging ik de fout om plaats te nemen achter het vervelendste jongetje van Nederland of beter geformuleerd, de slechtste moeder van Nederland. Het joch in kwestie was al aan het gillen toen ik binnenkwam en heeft dat vervolgens de hele vlucht lang op verschillende manieren voortgezet. Zijn moeder had drie tactieken hiervoor. Optie 1 was sussen. "De mensen hebben een beetje last van je harde stem"..Optie 2 was volstoppen met suiker, ook heel handig om het energieniveau naar beneden te brengen. Toen dat alles niet hielp kwamen de verklaringen naar medepassagiers (Hij heeft een levendig karakter....) . Ik vraag me werkelijk af hoe groot haar lerend vermogen is. Een vlieg kan zien dat het alleen een averechts effect heeft. Het is lang geleden maar mijn handen jeukten om het joch een lekkere ouderwetse draai om zijn oren te geven. 
Ook heb ik weer erg genoten van het openbaar vervoer in Nederland. De stilte coupe moet wel haast een Nederlandse uitvinding zijn: leuk idee maar het werkt voor geen meter. Op een vroege zondagochtend werd die binnen no-time bevolkt door hordes tuig in de vorm van nette Nederlandse dames die ervan uitgaan dat het bordje “stilte svp” vooral bedoeld is voor anderen. Nee, dan was het feit dat ik zomaar mijn fiets kon pakken voor een borrel of boodschap toch wel een enorme verademing. In Belgrado doe je dat alleen in ernstige gevallen van levensmoeheid. 
Op de vervoersperikelen na was mijn verblijf heerlijk. Heel fijn om iedereen weer even te zien, erg lekker gegeten en een aantal mooie gesprekken om mijn business idee verder vorm te geven. 
Bij mijn vertrek uit Belgrado was de laatste sneeuw aan het wegsmelten. Ik was ingepakt in een dikke winterjas, sjaal en wollen trui. Toen ik een week later terugkwam vloog er een meisje op me af gekleed in t-shirt, korte broek en slippers. Ook de rest van de familie liep erbij alsof het midzomer was. De temperatuur was 22 graden en dat is niet minder geworden de afgelopen dagen. Een Servische kennis vertelde me dat er twee Belgrado's zijn: een winter en zomer versie en inderdaad, het inwonersaantal lijkt verdriedubbeld, bontjassen zijn verruild voor ultrakorte rokjes en van s'ochtends 11 tot middernacht zitten de cafés en terrassen vol.
De enige die niet zo blij is met de lente, is onze klusjesman Drago. De hele winter heeft hij vele kuub sneeuw verplaatst en ander zwaar werk verricht. Nu loopt hij met rode ogen te snotteren en lijkt alle kracht uit hem weggestroomd. Hooikoorts heeft hem geveld maar hij heeft een medicijn gevonden: veel bier en daarna slapen..

Taal


Dobar dan Drago. Kako ste? Šta želite za piće? Kan ik na wekenlang Servische les eindelijk twee volzinnen uitspreken, krijg ik een onbegrijpelijke blik toegeworpen waardoor ik toch weer mijn toevlucht moet zoeken in handgebaren. 
Ik kan het niemand aanbevelen: in de veertig nog een nieuwe taal te leren die in niets lijkt op eerder verkregen kennis van andere meer voor de hand liggende talen. Moeizaam leren mijn wederhelft en ik woordjes met vijf medeklinkers achter elkaar (srpski) of bestellen we een kolač od voćni bij de poslastičarnica. We verbazen ons over het feit dat woorden een volstrekt andere betekenis hebben dan je verwacht (paradajz, anyone?). Als we na dagenlang stampen weer een paar woorden rijker zijn, vernemen we dat het Servisch zeven naamvallen heeft waardoor zelfstandige naamwoorden alle mogelijke vervoegingen kunnen krijgen. Wat ook niet helpt is het cyrillisch schrift: de H is eigenlijk een N, de P de R, de W de S en zo kan ik nog wel even doorgaan. 
Nee dan het kroost. Dat sprak tot vier maanden geleden geen woord Engels op 'icecream' en 'swimming pool' na. Nu maken ze er zelfs ruzie in, met alle krachttermen die erbij horen. Ook zijn ze er inmiddels achter dat gewone Nederlandse woorden zoals dik en kok een geheel andere betekenis hebben in het Engels. Zoonlief kwam laatst thuis met een woord dat ik met ruim 25 jaar Engels niet kende (hybernation). Bijkomend nadeel is dat wederhelft en ik onze “secret language” kwijt zijn. Vroeger konden we nog wel eens ongegeneerd in het Engels roddelen of zaken bespreken die te ver gaan voor tere kinderzieltjes. Helaas, het is definitief voorbij, ze weten feilloos over wie we het hebben (hoezo heeft de moeder van S. het gezicht van een mislukte barbiepop?). 
Ze stellen sowieso veel te lastige vragen. Mama weet jij de Engelse naam voor Wit-Rusland? (nee schat, ik weet nauwelijks waar het ligt) en wat is het verschil tussen median, mode en average? In Nederland was ik de alleswetende ouder maar nu zoek ik herhaaldelijk mijn toevlucht tot de zin die alle makkelijke moeders gebruiken bij moeilijke vragen; "vraag dat maar aan pappa!". Tot mijn grote schrik gaat zoonlief een acht weken durend project doen waarin hij een thema gaat onderzoeken dat te maken heeft met "sharing the planet". Daarvoor doet hij, samen met een paar klasgenoten, onderzoek via het web, interviews en fieldtrips. Uiteindelijk moet dit resulteren in een eindpresentatie die origineel en creatief moet zijn. Daarbij wordt verwacht dat ze een actie op touw zetten om de wereld te verbeteren ten aanzien van het onderzochte punt (en dat mag niet zomaar geld inzamelen zijn want dat is te makkelijk). Hij is tien! Op mijn tiende had ik één spreekbeurt over mijn hamster gehouden en hij mag een compleet academisch 'action oriented' onderzoek met bronnenvermelding gaan doen. 
Éen van de redenen om te verhuizen was dat de kinderen een andere taal zouden leren en wat van de wereld zouden zien. Daar hoeven we niet bang voor te zijn. 
Nu de ouders nog.....

Wintersport


Enige tijd geleden hebben mijn wederhelft en ik het onzalige idee opgevat om op wintersport te gaan met ons kroost. Niet in Servië op een paar uurtjes rijden maar twee keer zover weg, in Oostenrijk. 

Toen we om vijf uur opstonden voor de heenreis was het min vijftien graden en stond er een stevige sneeuwstorm. De dag ervoor hadden we alles sneeuwvrij gemaakt maar gedurende de nacht was er vrolijk nog dertig cm gevallen. In de ijzige wind hebben we dus wederom een uurtje besteed aan het vrijmaken van auto en oprit. Vervolgens begonnen we aan de meest beangstigende rit ooit. Belgrado was geheel verlaten en het zicht abominabel. De sneeuw schoot horizontaal voorbij en wegdek, huizen, bomen: alles had dezelfde grijs-witte kleur. Ook de spaarzame andere gekken op de weg waren van achter zodanig ondergesneeuwd dat ze dezelfde kleur hadden als het omringende landschap. Dat bleef zo de volgende zeshonderd km. De wagens die wij inhaalden zagen we pas net te voren en verdwenen volledig uit het zicht bij de inhaalmanoeuvre zelf. Mijn wederhelft presteerde het om niet één keer zelf gepasseerd te worden. Pas in Oostenrijk verdween het zweet uit de bilnaad toen we het wegdek weer ontwaarden. 
Voor het kroost was het de eerste keer dat ze op de lange latten stonden en hun ontgroening was pittig bij minus twaalf en hevige sneeuwval. Gedurende de week verdwenen er steeds meer ski leerlingen uit hun klasje tot ze tenslotte met één ander kind overbleven. Merkwaardig genoeg vonden ze het zelfs leuk.
Het dagritme verliep ongeveer als volgt. 
07.00 Reveille en uitgebreid ontbijt 
08.30 Inpakken in tig laagjes kleding
10.00 Het kroost afleveren bij ski leraar. 
10.30 Koffie voor pa en ma (terwijl kindjes in de ijzige kou van de piste gleden)
12.00 Twee ijsklompjes ophalen en ontdooien onder genot van 'wurst und pommes'.
13.30 Kindjes weer afleveren
14.30 Glühwein voor Pa en Ma (terwijl kindjes inderdaad.....)
15.30 Kroost ophalen 
18.30 Uitgebreid avondeten  
20.00 Kroost naar bed
21.00 Pa en ma naar bed. 
Wederhelft en ik zijn vanwege de condities alleen van blauwe en een sporadische rode piste gestunteld. Al na de eerste dag riepen onze beenspieren luidkeels dat dit toch niet de bedoeling kon zijn en dat werd helaas niet minder. Aan het eind van de week waagden we voor het eerst een tochtje met z'n viertjes. Om het grut te beschermen gaven we uitgebreide instructies hoe ze de piste af moesten glijden en dat ze te allen tijde tussen ons in moesten skiën. Dat ging 100 meter goed, daarna haalden ze ons vrolijk in en meldden en passant dat de ijzingwekkende zwarte piste van die ochtend veel leuker was.... 
Volgende winter blijven we lekker thuis.

Sneeuw


Terwijl wij aan de sushi zaten in een nabijgelegen restaurantje kreeg ik een telefoontje uit Nederland of het wel goed met ons ging. Het acht uur journaal had gemeld dat de noodtoestand was afgekondigd in Servië. Het was inderdaad ijzig koud en er lag een metertje of wat sneeuw. De meeste scholen waren dicht en de plaatselijke markten verlaten, maar noodtoestand? 
Nu heb ik erg makkelijk praten. Wij wonen in de hoofdstad in een dure wijk en hebben in ieder geval nog 1 auto ter beschikking die het doet. 
Onze belemmeringen zijn dus overkomelijk. We zijn overgeschakeld van stoken op elektriciteit naar stoken op olie en vertoeven nu weer in een fijn verwarmd huis. Ik schrik wel nog regelmatig als de ketel aanslaat met een Godzilla-achtig geluid maar ook dat went langzamerhand. Zelfs de katten doen het nog. Ik heb hen al enkele keren gered van “death by snow” en nu slijten ze de overige winterdagen op de verwarmde badkamervloer waar ze alvast aan het oefenen zijn voor het leven hierna (als open haard kleed).  
De kids zijn inmiddels uitgekeken op de sneeuw. De eerste dagen vonden ze het erg tof maar inmiddels willen ze niets liever dan een vervroegde lente. Tot hun grote ergernis is hun school de enige die nog open is. Dat betekent dat we in plaats van een kwartiertje lopen nu twee maal zo lang moeten ploeteren door de sneeuw. Ik hoef niet bang te zijn dat zij verdwijnen in de alsmaar groeiende sneeuwhopen; ze zijn als enige in heel Belgrado gekleed in een HEMA wintersport outfit en dus erg herkenbaar. Bing heeft het tot miinus vijftien volgehouden om zijn nieuwe gifgroene skibroek niet aan te doen maar is nu ook over de brug. 
Downtown Belgrado is de overlast ook te overzien. De overheid betaalt duizend dinar (=tien euro) aan iedereen die een dagje wil sneeuwruimen. Voor die delen die nog niet schoon zijn wordt het leger ingezet. Ik heb zelf de sneeuwschuiver ook ter hand genomen maar dat was van erg korte duur; onze klusjesman staat erop dat hij het doet en die keer dat hij er niet was, werd ik meteen geholpen door een voorbijganger.
Zoals ik al zei, ik heb erg makkelijk praten. Vijf minuten rijden van hier staat tussen de gloednieuwe kantoorgebouwen en shoppingparadijzen een Roma kamp. Dat is geen fraai gezicht: de huisjes bestaan uit afval (hout, plastic en golfplaat) en her en der zie je de rook van vuurtjes. Deze mensen wonen feitelijk op een vuilnisbelt en ik durf er niet aan te denken hoe zij zich warm en droog houden. 
Ook buiten Belgrado moet het bar en boos zijn. De afgelopen twee weken hebben wij ons slechts één maal buiten de stad gewaagd. Op een kilometertje of veertig staat een immens fort aan de Donau en het leek ons wel een leuk dagtripje. Het was inderdaad indrukwekkend groot en bovendien helemaal verlaten. Hoe dat kwam begrepen wij toen we uit de auto stapten. Er stond een stevig briesje die de gevoelstemperatuur tot minus 30 deed dalen. Inmiddels is daar dus anderhalve meter sneeuw gevallen en zijn een aantal dorpen volstrekt onbereikbaar. De combinatie van kou, sneeuw, armoede en alcohol heeft net als elders op de Balkan geresulteerd in een fors aantal doden. 
Het is maar goed dat de noodtoestand is afgekondigd.

Kapper


Totnogtoe hebben weinig mensen mij een gebrek aan lef verweten. Integendeel zelfs, ik heb een groot aantal dingen gedaan die ik mijn kinderen ten strengste zou verbieden. Met een totaal gebrek aan talent heb ik mij uit vliegtuigen of van bruggen gestort met een valscherm of elastiekje. Ook heb ik gedurende mijn loopbaan talloze presentaties en workshops gegeven voor een veel te groot publiek, een veel te kritisch publiek of een publiek waarvan ik de taal niet sprak. De keren dat ik erg idealistisch en niet gehinderd door enige kennis van zaken, projecten heb opgepakt geven mij nog steeds het schaamrood op de kaken. 
De laatste stap die getuigt van mijn ware onverschrokkenheid is het opzeggen van een mooi betaalde vaste baan om te verhuizen naar een wildvreemd land alwaar ik de “vrouw van” ga uithangen, iets wat ik altijd van harte heb verfoeid. 
Nu denkt u misschien dat mijn leven louter gekenmerkt wordt door mislukkingen of een hardnekkig gebrek aan zelflerend vermogen. Dat is niet het geval. Veel dingen zijn eigenlijk best aardig gelukt en de snelste manier om iets te leren is het gewoon te doen, 'no guts no glory'! 
Toch is er één ding waar ik echt bang voor ben en wat ik ten koste van alles probeer te vermijden; de kapper. 
Jaja, lach maar terwijl ik mijn diepste angst deel. Ik weet niet hoe het u vergaat (degenen met weinig haar uitgesloten) maar ik weet eigenlijk nooit wat ik precies op mijn hoofd wil, laat staan hoe ik het moet uitleggen. Dus gaan de meeste kappersmevrouwen helemaal los en kan ik ze ternauwernood ervan weerhouden om een hanenkam te fabriceren (echt gebeurd, geen grap). Als ik de kapperszaak een paar tientjes lichter uitloop vraag ik me altijd af welke indruk ik achterlaat,  een alternatieve post-punker? Een tobberige huisvrouw? Kantoorklerk? 
Overbodig te vermelden dat mijn angst ongekend hoog is opgelopen nu ik me niet eens fatsoenlijk in de plaatselijke taal kan uitdrukken en louter geverfde krultang mevrouwen om me heen zie. Maar ja, na een maand of zes is het toch echt geen gezicht meer en dus bedacht ik een sluw plan. Gedurende enkele weken heb ik mijn dochter bewerkt of ze niet eens een knipbeurt nodig had.  Om van me af te zijn stemde ze toe, niet wetende dat ze als proefkonijn zou dienen. Op een mooie dag togen we gezamenlijk naar de plaatselijk haarsalon die heel toepasselijk “Bad Hair” heet. 

Ze werd vorstelijk geprezen om haar blonde haar en vervolgens door een kundige dame zorgvuldig gewassen, geknipt en geföhnd. Als een echte prinses verliet ze na een uurtje de salon. Drie dagen later heb ik mij gemeld en kreeg ik ongeveer dezelfde behandeling. Ik moet zeggen, het ziet er zeer toonbaar uit; niet verknipt of omgetoverd in een onmogelijke haardracht. En dat voor acht euro. Het enige verwijt dat ik kreeg was dat ik de volgende keer niet zo lang moest wachten…

Taxi


Over het algemeen begeef ik mij in het stadsverkeer met een oude maar zeer goed functionerende bolide. De eerste keer stond het zweet in mijn handen maar nu zoef ik overal doorheen alsof ik nooit iets anders heb gedaan. “Do as the locals do” is mijn motto dus ik draai rustig een rotonde op als er een aftands zastavaatje aankomt, ik ben toch groter. Ook vind ik het geen enkel probleem om midden op een zebrapad te parkeren als ik boodschappen moet doen. Ik vrees dat ik nog wat ontwenningsverschijnselen krijg als we terugkeren naar Nederland.  Omdat er een schreeuwend gebrek is aan parkeerplaatsen in de binnenstad en ze daar wel bekeuren pak ik soms de taxi. Dat gaat ongeveer als volgt. 
Ik bel een onverstaanbare kraaklijn waar ik twee keer achter elkaar mijn adres in roep zonder dat ik het antwoord terug kan verstaan.  Ik hang op, kijk uit  het raam en zie de taxi voorrijden. 
De auto is ergens in de jaren tachtig gemaakt en ziet eruit als de mijne: Een kleine vuilnisbelt van kranten, snoep, lege en volle flessen. De eerste vijfhonderd meter van ons vier km lange ritje gaan voorspoedig, daarna staan we stil op één van de belangrijkste verkeersaders. Aan weerszijden grote jaren dertig achtige villa’s die ooit schitterend en veel lichter van kleur moeten zijn geweest. Inmiddels zijn ze bedekt met een laag roet. In enkele gebouwen zie je de kogelgaten nog zitten of ontbreekt een ledemaat van de standbeelden op de voorgevel of dak. 
Al tien minuten en zeker anderhalve km van huis verwijderd. 
De telefoon gaat. Gelukkig, hij heeft een oording. In rap Servisch ontwaar ik alleen tot vijf maal toe het woord “catastrofe”. Moet ik mij zorgen maken of bespreekt hij slechts de staat van het verkeer? 
Weer vijf minuten en honderd meter verder. 
Ik zie een rafelige bebaarde meneer met een hoop tassen die betere tijden hebben gekend (hijzelf hopelijk ook). Wat zou erin zitten? Wat heeft iemand nodig die huis noch haard heeft? 
Voorbij de Amerikaanse ambassade. Beveiligd met betonblokken, tralies en wat afschrikwekkend uitziende beveiligingsheren. De nieuwe Amerikaanse vertegenwoordiging in aanbouw is nog veel zwaarder beveiligd en ligt in een buitenwijk. Leuk feitje: De spiksplinternieuwe Chinese ambassade ligt er vlakbij en is ook met Amerikaans geld gebouwd. De vorige is namelijk per abuis platgebombardeerd.
Grrrr, honderd meter gewonnen in twee minuten. 
Dat schiet op, zo zijn we vandaag nog wel op debestemming. Waarom loop ik niet? Oh ja, het regent. Een dame met een dood dier om haar nek en akelig hoge plateauzolen haalt onze taxi in; zucht….
Licht op groen. We rijden! 
De telefoon gaat weer en het oording is kwijt. Nu wreekt zich de troep in de auto. Al rijdend worden de kranten, flessen en plastic zakjes doorzocht. De chauffeur duikt onder het dashboard terwijl ik het verkeer voor ons in de gaten hou; gevonden! De telefoon houdt op met rinkelen. Gevloek. Dan maar terugbellen. Ineens gaat het rap. De taxichauffeur zigzagt al bellend door het verkeer en gebaart zowel naar medeweggebruikers als naar de beller aan de andere kant van de lijn. Een bus trekt op van de halte terwijl wij  ‘m net ontwijken. Een fiets! Ik zie een zwaardbepantserde fietser door het verkeer trappen. Seconden later ziet de chauffeur hem ook. Nog een seconde later en het was een ex-fietser geweest. We zwieren de bocht om langs het presidentieel paleis en schampen op een haar na een overstekende voetganger. Ik weet dat we nu rechts moeten aanhouden anders verdwijnen we in een tunnel die aan de andere kant van de stad uitkomt.  We schuiven inderdaad de andere rijbaan op onder aanhoudend geclaxonneer rechtsachter.
We stoppen. Ik betaal en er komt onmiddellijk een man die de portier voor me openhoudt. Ik stap uit, hij begeleidt me naar de ingang, zegt wat in zijn portofoon en de deur zwaait open. Hal in met portret van Bea, wuiven naar de aardige dame achter-het-glas-van-wie-ik-de-naam-altijd-vergeet.  Nog een deur, twee trappen en daar staat mijn Lief

Laaglandmoeras


Iedere dag in Belgrado merk je dat het hier iets meer dan een decennium geleden nog volop oorlog was. De stad hangt vol met posters van een nors kijkende meneer die in omgekeerde richting is verhuisd en nu volpensioen geniet met uitzicht op het Scheveningse strand. Wat echter vooral opvalt zijn de ruïnes van een aantal gebouwen die destijds zeer precies door de NAVO zijn gebombardeerd. Met name het gebouw van het voormalige ministerie van Defensie is een indrukwekkend symbool van de zinloosheid van oorlog.
Nu is zinloos geweld niet beperkt tot zuidelijke landen (kan iemand mij trouwens uitleggen wat zinvol geweld is?). De afgelopen weken hebben wij de feestdagen in het laaglandmoeras doorgebracht en onze doorgaans rustige Vinex wordt gedurende enkele dagen per jaar geterroriseerd door een aantal Haagse knapen tussen de 15-25 jaar die van verveling met vuur(werk) gaan klooien. Ons tuinmeubilair en een zorgvuldig opgetuigde kerstboom hebben we ternauwernood van de verbrandingsdood kunnen redden. Volgende keer dus toch nog even checken of het huis hufterproof is. 
Verder is ons verblijf zeer aangenaam geweest. We hebben heerlijk Hollands en Indisch gegeten, veel te veel gedronken en (bijna) iedereen weer gezien. Ook is er fors geïnvesteerd in de Hema en de plaatselijke horeca. Wat ik alleen niet begrijp is dat hier überhaupt nog mensen wonen bij zo'n baggerklimaat. We hebben in 1 dag meer regen en wind gehad dan 7 weken Belgrado. De Nederlandse pappa's en mama's verdienen een standbeeld of een psychiatrisch consult omdat ze stug blijven doorfietsen met kinderzitjes, bakfietsen en aanhangwagentjes vol kroost.
Inmiddels zijn we dankzij de beste chauffeur van het noordelijk halfrond weer terug. Geen record (dat staat op 14,5 uur voor 1800 km) ondanks het feit dat we Nederland met een stevige rugwind zijn uitgewaaid. Alle weersoorten behalve zon hebben we gehad. Dat resulteerde in taalgebruik dat onze koters feilloos overnemen: " Pappa schieten die k*tauto's niet op?" Waarom hoef je slechts 1 keer GVD te zeggen maar 1000 keer dat ze hun schoenen, jassen, onderbroeken, speelgoed etc. moeten opruimen? 
Dankzij de goede zorgen van onze klusjesmeneer hebben de katten de kerst ook overleefd. Ze doen alsof ze zijn verhongerd maar dat is helaas erg ongeloofwaardig omdat ze anderhalf keer zo dik zijn als twee en een halve week geleden. 
Een klein dingetje zijn we vergeten: kerst in Servië wordt begin januari gevierd en dat betekent dat alle winkels dicht zijn vandaag en morgen. Ons menu zal dus bestaan uit chocoladeletters, stroopwafels en pindakaas.....

Verbouwing


U denkt natuurlijk dat we door de baan van mijn wederhelft en de riante vergoedingen die daarmee samenhangen, niets anders doen dan recepties aflopen, sherry/wijn achterover gieten om ons vervolgens door de chauffeur naar ons paleis te laten rijden alwaar we lamlazerus onze roes uitslapen terwijl de nanny op de kinderen past. 

Niet dus. 
We hebben weliswaar een mooi zuurstokroze huis maar dat is nog niet helemaal "af". Feitelijk kamperen we al een aantal weken in ons stulpje. We koken in de kelder op twee tergend langzame en bloedgevaarlijke elektrische pitten. Ook hebben we nog steeds een belangrijk deel van de dozen niet uitgepakt bij gebrek aan badkamer/keuken en bergruimte. Het was natuurlijk wel de bedoeling dat het huis "af" zou zijn maar zoals iedereen met enig verstand weet, lopen dit soort zaken nooit zoals gepland. 
De eerste tegenvaller was de enorme hoop zooi die het huis nog uit moest. De eigenaresse doet echt haar best maar erg efficiënt gaat het niet, met als gevolg dat we de eerste tijd vrolijk tussen haar meubels en onze verhuisdozen hebben geleefd. Daarnaast hebben we een kleine mentale uitdaging met de keuken. Die is al in november vanuit Oostenrijk naar Slovenië getransporteerd en zou vanuit daar meteen doorgaan naar Belgrado. 
Niet dus.
Nu waren we voorbereid op het rekkelijke Servische tijdsbesef dus hebben we de dagen voordat onze 'traumkuche' geleverd zou worden al intensief gebeld. "No worries" werd ons verzekerd, alles liep "on schedule". Op de afgesproken dag heb ik tevergeefs tot laat in de avond gewacht. Eerst werd ons nog verzekerd dat er maar een dagje vertraging was, maar onze gehaaide huiseigenaresse wist wel beter. En inderdaad, na enkele zeer directe en heldere telefoontjes van haar kant kwam de aap uit de mouw: De keukenboer had in overleg met de transporteerder besloten dat het veel goedkoper zou zijn als de vrachtwagen tot de nok toe volgeladen op pad ging. Dat er ondertussen drie gezinnen tot nader order moeten wachten tot ze weer kunnen koken is bijzaak, we konden de keuken toch gewoon afbestellen als we het er niet mee eens waren? De forse aanbetaling werd gemakshalve vergeten. Inmiddels hebben we begrepen dat de keuken in Belgrado is gearriveerd en dat er nog "a few administrative obligations" moeten worden verricht.
Ook de badkamer verdient een vermelding. Daar hebben namelijk acht heren in wisselende samenstelling de afgelopen drie weken aan gewerkt. Het is inderdaad een pareltje geworden: nu alleen nog even kijken hoe het komt dat de tegels van de muur afbrokkelen als je nietsvermoedend staat te douchen. 
Verder loopt alles eigenlijk verdacht goed. De goud gelakte muren zijn na 5 lagen verf verdwenen en ook de chocolade (lees poep) bruine muren en kozijnen zijn door stralend wit heroverd. En last but not least, de wifi en satelliet zijn geïnstalleerd in de wirwar van draden die voor het huis hangt. 
Het lastigste is misschien wel dat al deze klussen door talloze permanente en semipermanente  “mannetjes” worden gedaan. Één meneer is er iedere dag (dus echt zeven dagen in de week) en hoort min of meer bij het huis. Hij is erg handig en pakt alles aan van elektriciteit, tot tuin- en loodgieters werkzaamheden. Het zou van weinig menselijkheid getuigen als we hem niet meer zouden inhuren. Wij zijn de enige inkomstenbron die hij heeft en in een land met meer dan 30% werkloosheid hou je hem dus gewoon in dienst. Daarnaast heeft de huiseigenaresse nog een tuinarchitect ingehuurd. Gelijk aan van Kooten en de Bie maakt ze de tuin winterklaar. Wat ze doet is me dus niet geheel duidelijk maar ze schijnt onmisbaar te zijn. 

De semipermanente mannetjes zijn ingehuurd voor verschillende tijdelijke klussen: Wifi, olie in de verwarming bijvullen, alarminstallatie aanleggen, carport bouwen, schilderen etc. Iedere dag verwelkom ik dus weer een paar nieuwe gezichten, zet braaf koffie en doe verder weinig. Als ik met één doosje loop te sjouwen of een boor in mijn handen heb, wordt die vriendelijk doch zeer resoluut uit mijn vingers gefutseld, het is niet de bedoeling dat ik zelf ga klussen en dat hebben ze waarschijnlijk erg goed ingeschat.
Ik ben best blij dat we volgende week weer lekker in de Vinex zijn. Behalve dat we daar in een stof/lawaai vrij en functionerend huis vertoeven, kunnen we ons te buiten gaan aan al die zaken die tot voor 2 maanden geleden nog doodnormaal waren: Indisch eten, een lekker visje pakken in Scheveningen, Kwekkeboompjes verorberen en naar de Hema. Heerlijk! 

Kinderfeestje



Als u nog nooit het genoegen heeft gehad om een binnenspeeltuin te betreden dan raad ik u aan dat vooral zo te houden. De drie dwaze dagen van de Bijenkorf zijn een stilteplek vergeleken bij de meeste kinderkooien.

Hier is het helaas het populairste en meest fantasieloze uitje voor een kinderfeestje. De eerste keer, toen de hele klas van mijn 8 jarige dochter was uitgenodigd op een maandagavond van van 17.00 uur t/m 20.00 uur, stond ik stipt om vijf uur bij de ingang. Niet doen, veel te Hollands. Het gesprek met de moeder van de feestneus verliep stroef. Niet dat ze onaardig was, maar in eerste instantie dacht ik te maken te hebben met een grote zus. Ik had het lef niet om naar haar leeftijd te vragen, maar heb serieus overwogen of het biologisch mogelijk was: twee kinderen van acht en twaalf. 
Nu moet ik erbij zeggen dat het merendeel van de Servische moeders er jong en zeer verzorgd uitziet. Ik ben doorgaans zwaar underdressed in mijn spijkerbroek. Zelfs op het schoolplein lopen er een aantal op torenhoge hakken met minirokjes en hun haar in de krul. Ik verdenk de meesten van een regelmatige botox behandeling en een wekelijkse blondeersessie bij de kapper.
Ik moet niet zeuren natuurlijk want de kinderen vonden het geweldig. Ze werden maar twee keer onderbroken terwijl ze hingen, renden of gleden; één keer voor heeeel veel Kentucky Fried Chicken en een kwartier later voor een enorme taart (weet je in ieder geval zeker dat ze kotsmisselijk of hyperactief het strijdtoneel verlaten). 
Dit alles heeft natuurlijk de lat hoog gelegd voor het aanstaande verjaardagsfeestje van dochterlief. Ik heb nog even geïnformeerd hoeveel het zou kosten om haar op een dergelijk partijtje te trakteren maar het ging me toch wat ver om een bedrag te betalen waar een gemiddelde Serviër drie maanden voor moet werken. Daarnaast heeft zoonlief net een feestje achter de rug waarbij we met wat petflessen en fietsventielen, waterraketten in elkaar hebben geknutseld en dat was minstens zo leuk. 
Vals als ik ben, heb ik gefleemd dat het niet zo handig was om de laatste week voor de kerstvakantie een feestje te organiseren en dat we dat dus beter ergens in januari kunnen doen. Uitstel van executie vrees ik.....