Volgens de Lonely Planet staat Belgrado hoog genoteerd in de top tien van party steden. Op het eerste oog is dat niet erg voor de hand liggend want Servië is niet rijk en nog steeds behoorlijk internationaal geïsoleerd.
Dat zegt dus niets. Op iedere paar huizen bevindt zich een (koffie)bar en ook restaurants heb je te over. Volgens ingewijden zijn er ook veel nachtclubs en discotheken, van alternatief tot het 'golddiggers' circuit. Dat laatste moet ik misschien even toelichten: In Belgrado loopt een groot aantal vrouwen rond die er buitenaards mooi uitzien. Dat buitenaards kun je vrij letterlijk nemen want in de meeste gevallen is er flink aan gesleuteld. Naast stapstad is Belgrado ook vermaard om z'n goedkope cosmetische ingrepen. Het stikt er dus van de nepborsten, -neuzen, opgetrokken oogleden etc. Een fors aantal van deze dames wordt vergezeld van een zeer bemiddelde, meestal veel oudere heer. Tot grote vreugde van mijn wederhelft doen diplomaten het ook goed bij hen. Al menig keer heeft hij op een terras zijn nek verrekt door deze flanerende lellebelletjes.
De komst van een goede vriendin was aanleiding om zelf maar eens een uitstapje te wagen in het Servische nachtleven. De eerste stop was een trendy Italiaans restaurant gelegen aan een onheilspellende, verlaten kade langs de Donau. Eenmaal binnen wachtte ons een aangename verrassing. Lekker Italiaans eten, een niet rokers gedeelte en een vriendelijke bediening. Dat laatste is geen vanzelfsprekendheid. Het serverend personeel is niet zo schofterig als in Nederland waar je nog net niet op je knieën hoeft voor een biertje, maar het loopt meestal ook niet over van vriendelijkheid. Daarnaast is een rookverbod in Servië nog heel ver weg dus meestal eet of drink je in de walm van je buurman.
Toen we een goede bodem in onze magen hadden gelegd werd het tijd voor het zwaardere werk. Helaas was het nog vroeg, namelijk half twaalf, en dat is hier kennelijk de tijd dat alleen wereldvreemde buitenlanders gaan stappen. Bij een naburige discotheek werden we vriendelijk uitgelachen met de mededeling dat we over twee uur nog maar eens terug moesten komen. Gelukkig waren we niet voor één gat te vangen. Op advies van een collega van mijn wederhelft togen we naar hotel Joegoslavië; een enorm Oostblok kolos in sfeerloos gedeelte van Nieuw Belgrado waar een mooi casino en mooie dames zouden zijn. Omdat de vrouwelijke helft van het gezelschap geen valse concurrentie wenste van dames wiens benen tot net onder mijn decolleté komen, verlegden we ons uitgaanspad naar de splavs iets verderop. Voor de niet ingewijden: splavs zijn op de Donau en Sava drijvende nachtclubs of restaurants. Ook daar was het veel te vroeg en als last resort vertrokken we naar Stephan Braun. Inderdaad, een vreemde naam voor een discotheek en het was “by far” de meest merkwaardigste uitgaansgelegenheid die ik ooit heb bezocht. We werden afgezet voor een hoog, grauw uitziend kantoorgebouw. Daar werden we verwelkomd door een paar nors uitziende types die ons door een metaaldetector loosden. Vervolgens stapten we de lift in en bonkte er via de liftschacht al een enorme basdreun ons tegemoet. Toen de deur op de bovenste verdieping werd opengedaan verging ons het horen en zien. De ruimte werd gevuld door een onwaarschijnlijke herrie, muziek is teveel gezegd (in ieder geval voor iemand wiens muziekkennis is opgehouden bij ABBA).
Eenmaal binnen communiceerden we louter in gebarentaal maar het was ook duidelijk niet de bedoeling een goed gesprek te voeren, er was immers genoeg te zien. Aan het plafond waren buizen bevestigd waar een aantal dames in zeer korte rokjes aan hingen die het gezelschap opzweepte. Daarnaast produceerde een stroboscoop wat gezellig sfeerlicht en had het aanwezige personeel een scheidsrechtersfluitje of vuvuzela om de decibellen nog wat op te voeren. Het aanwezige publiek was "half our age" en had "twice the energy" Ik bedwong een opwelling om heel hard weg te rennen en dronk mijzelf wat moed in met een onbekend maar zeer aangenaam drankje. Na een half uurtje hoste ik zowaar ook mee (nee, niet op de bar maar netjes in een hoekje). Tegen het ochtendgloren gingen we halfblind en met tuitende oren weer huiswaarts.
De volgende ochtend was zwaar, heel zwaar…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten