Ooit woonden wij in hartje Den Haag vlak achter paleis Noordeinde. Onze straat telde een doktersgezin met vier dochters, een glamourfotograaf in zijn tweede huwelijk, een echtpaar (met dochtertje) dat danste bij een internationaal vermaard gezelschap en een ongetrouwd stel waarvan de man militair was en de vrouw werkend voor een club wereldverbeteraars. Iets verderop lag een chique bordeel met daar tegenover een strategisch gepositioneerd filiaal van Christine le Duc. Om de hoek woonde de moeder van de buurt, Wiep genaamd, die alles in de gaten hield en de huisdieren en planten verzorgde als de buurtbewoners op vakantie waren.
Het huis waarin we woonden was een totale bouwval toen we het kochten. Er was geen badkamer, geen functionerende keuken en de houtrot zat in de draagbalken. De verbouwing ondernamen we zelf: Ik deed de koffie en wederhelft de rest. Dat duurde zoals iedere verbouwing tweemaal zo lang als gepland en dus hadden we gedurende enkele weken geen verwarming. Het dieptepunt deed zich voor toen ik, behoorlijk zwanger van onze eerste, op een vrijdagmiddag de toiletpot in de woonkamer vond en me realiseerde dat we zelfs beroofd waren van de mogelijkheid om onze fundamentele behoeften te doen. Uiteindelijk kwam het goed en in de vijf jaar dat we er woonden, zetten we twee koters op de wereld. Helaas was het huis daar niet op gebouwd. We sliepen in een kleine enkelwandige aanbouw waar het in de winter ook binnen vroor. Een leuke plek voor Siberische kindertjes maar niet voor onze verwende Nederlandse bloedjes. Koppig hebben we het toch nog geruime tijd volgehouden: het was immers een geweldige locatie en het contact met de buurtbewoners was prima. In de zomer werd er een buurt BBQ georganiseerd, vaak hadden we spontaan een borreltje en de kinderen (en wederhelft) beschoten elkaar met waterkanonnen over de muren van de aangrenzende tuinen. Met name het contact met onze dansende buren was innig en hartelijk. Zij woonden in een prachtig veel te groot huis waar ze een balletstudio in hadden laten bouwen. Met pijn in het hart namen we afscheid toen we verhuisden naar de Vinex. We zijn nog twee keer terug geweest maar daarna verloren we de buurt en haar bewoners definitief uit het oog.
Tot vorige week. Door een geweldig toeval deed het dansgezelschap Belgrado aan. Onze ex-buren waren daar inmiddels de hofchoreografen. Wederhelft wist niet alleen kaarten te bemachtigen voor de voorstelling zelf, maar ook voor een diner en 'afterparty'. Aldus togen wij naar een chique restaurant in de stad. De blik in de ogen van onze oude buren zal ik niet snel vergeten. 'flabbergasted' is de beste omschrijving. Het duurde enige seconden voor ze ons konden plaatsen en daarna was het alsof we elkaar vorige week nog hadden gezien. Zij woonden nog steeds in hun enorme huis maar sinds ons vertrek was de straat verworden tot wat onze buurman omschreef als 'divorce alley'. De dokter was na twintig jaar gescheiden van zijn vrouw en had zijn praktijk en dochters verplaatst naar een ander deel van de stad, de glamourfotograaf was aan zijn derde huwelijk begonnen en Wiep lag na twee hersenbloedingen in een verpleeghuis. Alleen het bordeel en de sexshop hadden de tand des tijds ongeschonden overleefd.
Ons verging het die avond beter. We hadden eerst een prachtige balletvoorstelling en hebben daarna eindeloos doorgeborreld met een deel van het balletgezelschap. Die leiden natuurlijk een geheel ander leven dan mensen zonder enige vorm van artistiek talent. Gelukkig waren ze ook wars van oppervlakkig geneuzel over koetjes en kalfjes. De beste formule voor een topavond dus; veel wijn en goede gesprekken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten