Ooit, zo’n 100 jaar geleden, begon ik in een kamertje van drie bij vier meter in een studentenhuis midden in de Jordaan (Amsterdam dus, voor de provincialen onder ons). De twee douches deelden we met elf mensen, twee katten en eindeloze stoet nieuwe liefdes. De intens smerige keuken met twee fornuizen, twee koelkasten, een tafel, een doorgezakt bankstel en dozijn muizen deelden we ook. Omdat mijn hygiënisch besef met de jaren is gegroeid, was dat geen enkel probleem. Gek genoeg was die drie bij vier meter ook voldoende. Ik bezat een bed, een stoel, een bureau, een kat, wat boeken en kleding.
Na 6 jaar was de pret over en verhuisde ik met broerlief en parttime aanwezige wederhelft naar één van de buitengebieden van Amsterdam; de Pijp. De omvang van onze inboedel groeide evenredig met de omvang van ons nieuwe huis. Binnen mum van tijd was het huisraad uitgebreid met tafels, stoelen, mariabeelden, kitscherige kroonluchters en andere onzin. Dat groeide gestaag door met iedere verhuizing totdat het explodeerde bij de komst van ons nageslacht. Kinderen zijn “by far” de meest milieuvervuilende en materieel verslindende hobby. De kinderlozen zouden een milieusubsidie moeten krijgen waarmee ze vier maal per jaar een verre tropische reis kunnen maken of in een enorme Amerikaanse hummer mogen rijden.
Het is nu de vijfde keer dat ik verhuis. In het voortraject hebben we een angstwekkende hoeveelheid nieuwe spullen gekocht omdat we een dubbele huishouding gaan voeren de komende jaren. Naast de 200+ verhuisdozen en het grootste deel van de inboedel komen er straks ook enkele tientallen IKEA pakketten bij. Het was niet erg handig om dat in de herfstvakantie te regelen, op een regenachtige dag, waarin heel Den Haag en omstreken besloot een dagje meubelboulevard te doen. Toen ik vervuld van mensenangst eindelijk weer veilig thuis was aangekomen, ontving ik een mail van onze verhuizer die mij meldde dat het assembleren van meubels niet in het verhuiscontract zit...
Ik krijg ineens heel veel zin om al mijn bezittingen weg te geven en terug te gaan naar dat kamertje in de Jordaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten