Terwijl wij aan de sushi zaten in een nabijgelegen restaurantje kreeg ik een telefoontje uit Nederland of het wel goed met ons ging. Het acht uur journaal had gemeld dat de noodtoestand was afgekondigd in Servië. Het was inderdaad ijzig koud en er lag een metertje of wat sneeuw. De meeste scholen waren dicht en de plaatselijke markten verlaten, maar noodtoestand?
Nu heb ik erg makkelijk praten. Wij wonen in de hoofdstad in een dure wijk en hebben in ieder geval nog 1 auto ter beschikking die het doet.
Onze belemmeringen zijn dus overkomelijk. We zijn overgeschakeld van stoken op elektriciteit naar stoken op olie en vertoeven nu weer in een fijn verwarmd huis. Ik schrik wel nog regelmatig als de ketel aanslaat met een Godzilla-achtig geluid maar ook dat went langzamerhand. Zelfs de katten doen het nog. Ik heb hen al enkele keren gered van “death by snow” en nu slijten ze de overige winterdagen op de verwarmde badkamervloer waar ze alvast aan het oefenen zijn voor het leven hierna (als open haard kleed).
De kids zijn inmiddels uitgekeken op de sneeuw. De eerste dagen vonden ze het erg tof maar inmiddels willen ze niets liever dan een vervroegde lente. Tot hun grote ergernis is hun school de enige die nog open is. Dat betekent dat we in plaats van een kwartiertje lopen nu twee maal zo lang moeten ploeteren door de sneeuw. Ik hoef niet bang te zijn dat zij verdwijnen in de alsmaar groeiende sneeuwhopen; ze zijn als enige in heel Belgrado gekleed in een HEMA wintersport outfit en dus erg herkenbaar. Bing heeft het tot miinus vijftien volgehouden om zijn nieuwe gifgroene skibroek niet aan te doen maar is nu ook over de brug.
Downtown Belgrado is de overlast ook te overzien. De overheid betaalt duizend dinar (=tien euro) aan iedereen die een dagje wil sneeuwruimen. Voor die delen die nog niet schoon zijn wordt het leger ingezet. Ik heb zelf de sneeuwschuiver ook ter hand genomen maar dat was van erg korte duur; onze klusjesman staat erop dat hij het doet en die keer dat hij er niet was, werd ik meteen geholpen door een voorbijganger.
Zoals ik al zei, ik heb erg makkelijk praten. Vijf minuten rijden van hier staat tussen de gloednieuwe kantoorgebouwen en shoppingparadijzen een Roma kamp. Dat is geen fraai gezicht: de huisjes bestaan uit afval (hout, plastic en golfplaat) en her en der zie je de rook van vuurtjes. Deze mensen wonen feitelijk op een vuilnisbelt en ik durf er niet aan te denken hoe zij zich warm en droog houden.
Ook buiten Belgrado moet het bar en boos zijn. De afgelopen twee weken hebben wij ons slechts één maal buiten de stad gewaagd. Op een kilometertje of veertig staat een immens fort aan de Donau en het leek ons wel een leuk dagtripje. Het was inderdaad indrukwekkend groot en bovendien helemaal verlaten. Hoe dat kwam begrepen wij toen we uit de auto stapten. Er stond een stevig briesje die de gevoelstemperatuur tot minus 30 deed dalen. Inmiddels is daar dus anderhalve meter sneeuw gevallen en zijn een aantal dorpen volstrekt onbereikbaar. De combinatie van kou, sneeuw, armoede en alcohol heeft net als elders op de Balkan geresulteerd in een fors aantal doden.
Het is maar goed dat de noodtoestand is afgekondigd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten